Leerdoelen
o De leerling kent vier orgaanstelsels
o De leerling kan de taak van het beenderstelsel/skelet beschrijven
o De leerling kan de taak van het verteringstelsel beschrijven
o De leerling kan de taak van het ademhalingsstelsel beschrijven
o De leerling kan de taak van het bloedvatenstelsel
o De leerling kan uitleggen wat een orgaan en een voorbeeld geven
o De leerling kan uitleggen wat een orgaan doet.
o De leerling kan de onderdelen van een cel (cytoplasma, celmembraan, celkern) herkennen.
o De leerling kan de opbouw van een orgaanstelsel beschrijven