De samenleving en kernbegrippen

De samenleving en kernbegrippen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De samenleving en kernbegrippen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen P1 + P2
1. Je kan minstens 3 groepen personen benoemen de bij jouw sociale omgeving horen.
2. Je kan het verschil uitleggen en voorbeelden geven van wetten en gedragsregels.
3. Je kan de volgende begrippen uitleggen en herkennen in teksten, afbeeldingen en filmpjes:
waarden en normen, belangen, macht, machtsmiddelen, sociale ongelijkheid.

Slide 2 - Tekstslide

Jouw sociale omgeving....?

Slide 3 - Tekstslide

Sociale omgeving

Gezin
Vrienden
Sport
Collega's
Klasgenoten

Slide 4 - Tekstslide

Opdrachtje samen
Bedenk samen met je buurman/buurvrouw:
-2 situaties waarin jij afhankelijk bent van een onbekende.
-2 situaties waarin iemand anders afhankelijk is van jou.

Na de tijd bespreken we het klassikaal.
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Afspraken in de samenleving
Veel gaat vanzelf!

2 soorten regels:
-wetten (geschreven)
-gedragsregels (ongeschreven)

Wat zijn voorbeelden van ongeschreven regels?

Slide 6 - Tekstslide

Maken
Maak opdrachten 2, 3, 4, 5 en 8 van bladzijden 6 en 7 in je werkboek.
Dit doe je alleen en in stilte.
Vraag? Steek even je hand op.
Klaar? Maak opdracht 7.
Na de tijd bespreken we het klassikaal.
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Bespreken opdrachten

Slide 8 - Tekstslide

Even pauze, 5 minuten

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg

Waarden: idealen die je als mens wilt nastreven

Normen: gedragsregels die bij je waarden passen

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg
Waarde= eerlijkheid
Norm= niet liegen

Waarde=respect voor ouderen
Norm= voor ze opstaan in de bus

Wie weet een eigen voorbeeld te bedenken?

Slide 11 - Tekstslide

Belangen en macht
Belang: voordeel dat iemand heeft of kan krijgen.
Belangentegenstelling: het botst tussen verschillende belangen.

Macht: de mogelijkheid om het (denk)gedrag van iemand te beïnvloeden. 
-> welke machtsmiddelen zouden er zijn?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Welk machtsmiddel?

Slide 14 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid


Niet iedereen heeft dezelfde kansen in de samenleving.

Voorbeelden?

Slide 15 - Tekstslide

Waarden-dilemma (1)
Kies uit deze lijst 6 waarden die je erg belangrijk vind:
-gezondheid                            -religie                               -eerlijkheid
-rechtvaardigheid                 -privacy                             -gelijkheid
-vrijheid                                      -veiligheid                       -liefde
-vriendschap                           -behulpzaamheid         -geduld
-familie                                       -trouw                                -plezier
-geluk                                          -openheid                        -wijsheid

Slide 16 - Tekstslide

Waarden-dilemma (2)
Van de 6 waarden die je net gekozen hebt laat je je buurman/buurvrouw 3 tweetallen maken. 
-> zelf kies je dan uit die tweetallen telkens de waarde die je belangrijker vindt.

Je houdt er 3 over!
timer
3:00

Slide 17 - Tekstslide

Waarden-dilemma (3)
Schrijf de 3 waarden die je net gekozen hebt op.
Schrijf ook per waarde 2 normen op die daarbij passen.
Dus in totaal heb je 6 normen opgeschreven!

We bespreken het zo klassikaal.


timer
3:00

Slide 18 - Tekstslide

Maken
Maak de volgende opdrachten van bladzijden 8 -11:
4 t/m 10 + 12
Dit mag je samen met je buurman/buurvrouw doen, maar zachtjes. Mag ook alleen.
Klaar? Maak opdracht 11.
Vraag? Steek even je hand op.
We bespreken het na de tijd klassikaal.
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen gehaald?
1. Wie zijn de personen die in jouw sociale omgeving horen?
2. Wat zijn algemene gedragsregels in de samenleving en waarom hebben wij die?
3. Wat betekent macht? Wat zijn enkele voorbeelden van machtsmiddelen?
4. Wie kan er een voorbeeld geven van sociale ongelijkheid?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video