Mavo 2.2 de spreiding van wereldsteden

Hoofdstuk 2 Steden
2.2 De spreiding van wereldsteden
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 Steden
2.2 De spreiding van wereldsteden

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Planning
1. Terugkijken 2.1 + huiswerkcheck

2. doelen 2.2
4. terug in de les
5.  Check of leerdoelen behaald zijn
6. Topo nakijken

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een stad?

Slide 3 - Woordweb

Definitie stad
1. Een bepaald aantal inwoners
2. Dicht bebouwd
3. Veel voorzieningen 
4. Beroepsbevolking in secundaire of tertiaire sector

Slide 4 - Tekstslide

Megastad
Wereldstad
Hoofdstad
Stad met meer dan 10 miljoen inwoners
Voor een groot deel van de wereld belangrijk
Belangrijkste stad van een land
Amster-dam
Rio de Janeiro
New York

Slide 5 - Sleepvraag

Doelen 2.2
Aan het eind van de les...:
  •  kun je de factoren die de ligging van steden beïnvloeden opnoemen/opschrijven. à wat kan je hiermee?
  •     kun je het verschil in verstedelijkingstempo tussen rijke en arme landen in eigen woorden uitleggen.
  •      kun je het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart in eigen woorden uitleggen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bekijk de kaart
wat valt op?

Slide 8 - Tekstslide

Wat bepaald de ligging
van steden?

Slide 9 - Woordweb

Steden in rijke landen
- Meerdere grote steden
- Steden zijn verbonden -> Stedelijk netwerk

Voorbeeld:
Verenigde Staten

Slide 10 - Tekstslide

Agglomeratie: de centrale stad met daar aan vast(gegroeide) dorpen.

Stadsgewest: de agglomeratie + steden en dorpen er om heen die in relatie staan met elkaar. De relatie is werken en voorzieningen.

Stedelijk gebied: de stadsgewesten die met elkaar in relatie staan en bijna aan elkaar zijn vast gegroeid. 

Nederland

Slide 11 - Tekstslide

Steden in Arme landen
- Eén grote stad
- Die stad is veel groter en belangrijker dan de tweede stad -> Primate city

Voorbeeld:
Lagos (Nigeria)

Slide 12 - Tekstslide

Spreiding steden factor 1:
Kenmerken van een gebied waarin een stad ligt. 
(absolute ligging)

1. vlakke vruchtbare gebieden
2. vindplaats grondstoffen
3. aan het water 


Slide 13 - Tekstslide

Spreiding steden factor 2:
Kenmerken ten opzichte van andere plaatsen. 
(relatieve ligging)

1. goede verbindingen met andere steden.

2. stad midden land of aan de kust

Slide 14 - Tekstslide

Spreiding steden factor 3:

Verklaring: koloniale verleden 

Deze steden vooral aan de kust.

Steden waren exporthavens van moederlanden. 

Mensen platteland naar deze steden:
vaak megastad geworden.



Slide 15 - Tekstslide

Spreiding steden factor 3:

Koloniale dubbelstad:
Stadsopbouw koloniale tijd die bestaat uit een westers en niet- westers stadsdeel.

Medina = niet- westerse deel

Slide 16 - Tekstslide

Medina/westerse deel
Medina:
- is ommuurd
- smalle kronkel straatjes
westerse deel
- grenst aan de haven
- rechte bredere straatjes

Slide 17 - Tekstslide

Steden veranderen
Meer mensen gaan in de stad wonen:
Verstedelijkingsgraad (percentage mensen dat in de stad woont) neemt wereldwijd toe 
- Het verstedelijkingstempo  is het percentage waarmee de verstedelijkingsgraad toeneemt

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Check
Aan het eind van de les...:
  •  kun je de factoren die de ligging van steden beïnvloeden opnoemen/opschrijven. à wat kan je hiermee?
  •     kun je het verschil in verstedelijkingstempo tussen rijke en arme landen in eigen woorden uitleggen.
  •      kun je het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart in eigen woorden uitleggen.

Slide 20 - Tekstslide

Welke factor speelt geen rol bij de spreiding van steden?
A
Steden liggen vaak in vlakke, vruchtbare gebieden
B
De stad heeft veel oude gebouwen.
C
De stad heeft een gunstige ligging, midden in het land met goede verbingen
D
De stad is een kolonie geweest.

Slide 21 - Quizvraag

In welke landen is het verstedelijkingstempo het hoogst?
A
Arme landen
B
Rijke landen

Slide 22 - Quizvraag

In welke landen is de verstedelijkingsgraad het hoogst?
A
Arme landen
B
Rijke landen

Slide 23 - Quizvraag

Leg uit welke problemen
snelgroeiende megasteden hebben

Slide 24 - Woordweb

Beredeneer waarom veel
mensen naar de stad verhuizen?

Slide 25 - Woordweb

Wanneer we kijken na deze les en de vorige les.... Wat denk je dan?
Verstedelijking hoopgevend of ellendig, en waarom?

Slide 26 - Open vraag

Les 2: Aan de slag
Lezen 2.2
Maken 2.2 opdr. 3, 4, 5, 6 en 7
of** 1, 2, 3 en 7
Klaar?
Bekijk en beleef Lagos op de volgende site

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Check
Aan het eind van de les...:
  •  kun je de factoren die de ligging van steden beïnvloeden opnoemen/opschrijven. à wat kan je hiermee?
  •     kun je het verschil in verstedelijkingstempo tussen rijke en arme landen in eigen woorden uitleggen.
  •      kun je het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart in eigen woorden uitleggen.

Slide 29 - Tekstslide

topo check

Slide 30 - Tekstslide