Wanneer mag een bevoegd opsporingsambtenaar iemand staande houden?
A
Als dit redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van zijn taak.
B
Als de persoon die wordt staande gehouden een verdachte is.
C
Als de persoon die wordt staande gehouden verdachte of getuige is.
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
BOAMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Wanneer mag een bevoegd opsporingsambtenaar iemand staande houden?
A
Als dit redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van zijn taak.
B
Als de persoon die wordt staande gehouden een verdachte is.
C
Als de persoon die wordt staande gehouden verdachte of getuige is.
Slide 1 - Quizvraag
1A alleen verdachte!
Klaas koopt van Jannie een valse OV kaart. Wie is/zijn in dit geval strafbaar volgens het wetsartikel ‘het voorhanden hebben of gebruiken van een vals identiteitsbewijs’?
A
Alleen Klaas.
B
Alleen Jannie.
C
Klaas en Jannie.
D
Geen van beiden.
Slide 2 - Quizvraag
3C welke ID-bewijzen vallen hieronder?
Hachemi is 15 jaar en heeft geen identiteitsbewijs op zak. Is hij nu strafbaar volgens de wet op de identificatieplicht?
A
Ja, hij is verplicht een identiteitsbewijs bij zich te hebben.
B
Nee, omdat hij volgens deze wet te jong is voor een verplichting een identiteitsbewijs bij zich te hebben.
C
Nee, hij moet het identiteitsbewijs kunnen tonen als hem daarom gevraagd wordt.
Slide 3 - Quizvraag
4A alleen toonplicht=géén draagplicht!
Kan een politieagent een identiteitsfouillering uitvoeren als de identiteit van een verdachte niet bekend is?
A
Ja, dit kan.
B
Alleen bij een aangehouden verdachte.
C
Alleen bij een aangehouden of staande gehouden verdachte.
D
Nee, de verdachte moet dan worden voorgeleid aan de HOvJ. Deze dient dan het bevel te geven de fouillering uit te voeren.
Slide 4 - Quizvraag
7ABD ID-fouillering: voorwaarde is altijd staande gehouden of aangehouden verdachte!
Een opsporingsambtenaar houdt Willem (11 jaar) staande voor het gebruik van alcohol op straat. Dit is namelijk verboden in de Alcoholwet. De opsporingsambtenaar vraagt Willem naar zijn naam. Hij zegt nu dat hij Khalid heet. Is Willem nu strafbaar voor het opgeven van valse identiteitsgegevens?
A
Ja.
B
Ja, maar dan moet hij dit wel opzettelijk doen.
C
Nee.
Slide 5 - Quizvraag
8AB pas vanaf 12 jaar strafbaar, Willem is 11!
Klaas is een burger en ziet iemand een auto-inbraak plegen. Waartoe is Klaas nu bevoegd?
A
Aanhouden.
B
Staande houden.
C
Hij is burger en heeft daarom geen bevoegdheid. Hij moet de politie bellen.
Slide 6 - Quizvraag
11B Aanhouden heterdaad=eenieder Staande houden=alleen OA (zowel op
als buiten heterdaad)
Pietje wordt aangehouden voor een VH-feit en wordt in verzekering gesteld. Na maximaal hoeveel uur heeft hij het recht voorgeleid te worden aan de rechter-commissaris?
A
9 uur na tijdstip aanhouding.
B
90 uur na tijdstip aanhouding.
C
9 uur na tijdstip bevel HOvJ ophouden voor onderzoek.
D
90 uur na tijdstip bevel HOvJ ophouden voor onderzoek.
Slide 7 - Quizvraag
14ACD
Voorgeleiden RC <90 uur na tijdstip aanhouding
Ophouden voor onderzoek max. 9 uur na tijdstip bevel (H)OvJ ophouden voor onderzoek
Wie heeft de bevoegdheid een verdachte in bewaring te nemen?
A
De HOvJ.
B
De OvJ.
C
De rechter-commissaris.
D
De raadkamer van de rechtbank.
Slide 8 - Quizvraag
15:
OO: (H)OvJ
Verl. OO: (H)OvJ
IVS 1e: (H)OvJ
IVS 2e: OvJ
IBS: RC
GH: Raadkamer rechtbank
Hoeveel tijd duurt de eerste termijn in verzekering stelling?
A
3 dagen.
B
6 dagen.
C
9 dagen.
D
14 dagen.
Slide 9 - Quizvraag
16 termijnen:
O.O: 6 uur of 9 uur (VH-feit)
Verl. OO (ID): 6 uur
IVS 1e: 3 dgn
IVS 2e: 3 dgn
IBS: 14 dagen
GH: 3 x 30 dagen
Kan de eerste termijn ‘ophouden voor onderzoek’ na afloop hiervan nog eenmaal verlengd worden als de verdachte verdacht wordt van een feit waarop geen voorlopige hechtenis is toegelaten?
A
Nee, na de eerste termijn is het afgelopen.
B
Ja, het kan eenmaal worden verlengd. Dit dient dan wel in het belang van het onderzoek te zijn.
C
Ja, het kan eenmaal worden verlengd, maar dan alleen als er dan nog onduidelijkheid is over de identiteit van de verdachte.
Slide 10 - Quizvraag
19 alleen voor ID onderzoek, geen opsporing!
Gevangenneming is een onderdeel van voorlopige hechtenis Wie geeft het bevel tot gevangenneming?
A
De rechter-commissaris.
B
De OvJ.
C
De raadkamer van de rechtbank.
Slide 11 - Quizvraag
21:
OO: (H)OvJ
Verl. OO: (H)OvJ
IVS 1e: (H)OvJ
IVS 2e: OvJ
IBS: RC
GH: Raadkamer rechtbank
Welke van de onderstaande uitspraken is juist over de voorgeleiding bij de rechter-commissaris?
A
Tijdens de voorgeleiding wordt in ieder geval de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling getoetst.
B
Tijdens de voorgeleiding wordt getoetst of de verdachte in verzekering moet worden gesteld.
C
Tijdens de voorgeleiding besluit de rechter-commissaris of de zaak wordt voortgezet of de zaak geseponeerd moet worden.