Les prépositions

GRAMMAIRE I
Les prépositions - 
de voorzetsels bij landen en steden
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

GRAMMAIRE I
Les prépositions - 
de voorzetsels bij landen en steden

Slide 1 - Tekstslide

l'Angleterre
la Belgique
l'Italie
le Danemark
la Suisse
l'Allemagne
la France
l'Autriche
la Pologne
la Norvège
la Suède
l'Espagne
l'Irlande
le Portugal
les Pays-Bas

Slide 2 - Sleepvraag

Slide 3 - Tekstslide

steden/dorpen
Ik woon in Houten
J'habite à Houten

Wij gaan naar Parijs
Nous allons à Paris

Hij is geboren in Amsterdam
Il est né à Amsterdam




in, naar
à

Slide 4 - Tekstslide

landen/werelddelen
Wij gaan naar Marokko
Nous allons au Maroc

Hij werkt in Frankrijk 
Il travaille en France

Ik woon in Nederland
J'habite aux Pays-Bas





in, naar
au, en, aux

Slide 5 - Tekstslide

au
mannelijk enkelvoud
le Portugal, le Maroc, le Japon

Je vais au Portugal, au Maroc, au Japon

Slide 6 - Tekstslide

en
vrouwelijk enkelvoud
la Chine, la Russie, la Belgique

Nous allons en Chine, en Russie, en Belgique

Slide 7 - Tekstslide

en
vrouwelijk enkelvoud: werelddelen
l'Europe, l'Afrique, l'Asie, l'Amérique, l'Océanie

eindigen allemaal op -e

C'est en Europe, en Amérique du Sud

Slide 8 - Tekstslide

aux
meervoud
les Pays-Bas, les États-Unis, les Philippines 

J'habite aux Pays-Bas, aux États-Unis, aux Philippines

Slide 9 - Tekstslide

Havo 4 - zoek de vz-fouten
Je m'appelle Ab, j'ai 17 ans et je suis né en 2002 à Nieuwegein. J’habite à Schalkwijk, c’est un village á les Pays-Bas. Je veux vivre en Amérique.

Je suis souvent allé dans Italie et dans le France. Je ne veux pas à le Russie. Je veux aller à Los Angeles. Un de mes amis habite dans Los Angeles.

Slide 10 - Tekstslide

Noteer een fout (vz + stad/land)
+ jouw verbetering

Slide 11 - Open vraag

Lille
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 12 - Quizvraag

Danemark
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 13 - Quizvraag

Espagne
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 14 - Quizvraag

États-Unis
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 15 - Quizvraag

Paris
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 16 - Quizvraag

Pérou
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 17 - Quizvraag

Europe
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 18 - Quizvraag

Test
Vertaal de zinnen op de volgende twee pagina's.

Tip: let op accenten, hoofdletters
(en vraagtekens en punten)

Slide 19 - Tekstslide

1. Welke taal spreekt men in België?
(vertaal de zin)

Slide 20 - Open vraag

2. Men spreekt Nederlands en Frans.

Slide 21 - Open vraag

Ruimte voor vragen

Slide 22 - Open vraag