Informatie verwerken biologische bronnen

Examenonderdeel 
Leervaardigheden in het vak biologie
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Examenonderdeel 
Leervaardigheden in het vak biologie

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 1
De eikenprocessierups is de larve van de  eikenprocessievlinder. De rupsen lopen in lange rijen op de stam van een eikenboom op zoek naar eikenbladeren.
Nadat een processierups drie keer is verveld, is het lichaam bedekt met brandhaartjes. Deze haartjes laten makkelijk los en worden door de wind verspreid. Ze kunnen bij mensen irritaties en ontstekingen veroorzaken.
Het bestrijden van eikenprocessierupsen kan het beste plaatsvinden als ze nog jong zijn, voordat ze brandharen hebben.

In welke periode kan de bestrijding van de rupsen dan het beste plaatsvinden volgens de informatie?





Slide 2 - Tekstslide

Antwoord 1
De eikenprocessierups is de larve van de  eikenprocessievlinder.  Nadat een processierups drie keer is verveld, is het lichaam bedekt met brandhaartjes. Deze haartjes laten makkelijk los en worden door de wind verspreid. Ze kunnen bij mensen irritaties en ontstekingen veroorzaken.
Het bestrijden van eikenprocessierupsen kan het beste plaatsvinden als ze nog jong zijn, voordat ze brandharen hebben.

In welke periode kan de bestrijding van de rupsen dan het beste plaatsvinden volgens de informatie?

Antwoord: tussen half april en half mei





Slide 3 - Tekstslide

Vraag 2: de stofwisseling van een kangoeroerat is aangepast aan een bepaald type leefomgeving. Is die leefomgeving droog of is die vochtig? 
Leg je antwoord uit met behulp van gegevens uit de afbeelding.

Slide 4 - Tekstslide

Antwoord 2: Droog, want de kangoeroerat neemt weinig water uit 
de omgeving op en verliest veel water door verdamping.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 3: Een groot deel van het water dat de kangoeroerat nodig heeft, wordt in het lichaam gemaakt bij de stofwisseling. De rest neemt het dier op uit de omgeving. Er is verschil in de manier waarop de kangoeroerat en de mens water uit de omgeving opnemen. Leid uit de diagrammen af wat dat verschil is.

 

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord 3: De kangoeroerat drinkt niet, de mens wel. 

 

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 4: Een mens verliest gemiddeld per dag 2500 milliliter water, waarvan 900 milliliter door verdamping en 100 milliliter met de ontlasting.
Hoeveel milliliter water verliest de mens per dag met de urine volgens bovenstaande gegevens?
 

 

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord 4: 2500 – 100 – 900 = 1500 (mL)
 

 

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 5
De pH is een maat voor de zuurgraad (ook wel zuurtegraad) van een waterige oplossing. De pH van een neutrale waterige oplossing ligt bij kamertemperatuur rond de 7.

 Zure oplossingen hebben een pH lager dan 7, basische oplossingen hebben een pH hoger dan 7. Braaksel bevat naast voedsel ook maagsap.

In het maagsap bevinden zich enzymen. Deze enzymen werken optimaal bij de zuurtegraad die er in de maag heerst.
Welke grafiek geeft deze werking weer?


Slide 10 - Tekstslide

Antwoord 5
De pH is een maat voor de zuurgraad (ook wel zuurtegraad) van een waterige oplossing. De pH van een neutrale waterige oplossing ligt bij kamertemperatuur rond de 7.

 Zure oplossingen hebben een pH lager dan 7, basische oplossingen hebben een pH hoger dan 7. Braaksel bevat naast voedsel ook maagsap.

In het maagsap bevinden zich enzymen. Deze enzymen werken optimaal bij de zuurtegraad die er in de maag heerst.
Welke grafiek geeft deze werking weer?

Antwoord: grafiek P


Slide 11 - Tekstslide

Vraag 6
Fehlingsreagens is een indicator die je kunt gebruiken om glucose aan te tonen. Het is genoemd naar de uitvinder, de Duitse scheikundige Hermann von Fehling (1812-1885).

Als je fehlingsreagens toevoegt aan een oplossing met glucose, verandert de kleur na vijf minuten verhitten bij 100 graden Celsius van blauw naar oranje.

Enkele leerlingen doen een proef met zes buisjes met vloeistof (zie de tabel). Aan elke buis wordt een gelijke hoeveelheid fehlingsreagens toegevoegd.

In welke buis zal na vijf minuten de vloeistof oranje kleuren?





Slide 12 - Tekstslide

Antwoord 6
Fehlingsreagens is een indicator die je kunt gebruiken om glucose aan te tonen. Het is genoemd naar de uitvinder, de Duitse scheikundige Hermann von Fehling (1812-1885).

Als je fehlingsreagens toevoegt aan een oplossing met glucose, verandert de kleur na vijf minuten verhitten bij 100 graden Celsius van blauw naar oranje.

Enkele leerlingen doen een proef met zes buisjes met vloeistof (zie de tabel). Aan elke buis wordt een gelijke hoeveelheid fehlingsreagens toegevoegd.

In welke buis zal na vijf minuten de vloeistof oranje kleuren?

Antwoord: buis 4





Slide 13 - Tekstslide

Vraag 7: Dorien is bij de dokter voor een ademhalingstest. Ze moet een paar keer op verschillende manieren in- en uitademen. In het diagram zie je hoe de hoeveelheid lucht in de longen van Dorien verandert.
Welke letter geeft het tijdstip aan waarop Dorien zo diep mogelijk heeft ingeademd?


Slide 14 - Tekstslide

In het diagram zie je hoe de hoeveelheid lucht in de longen van Dorien verandert.
Welke letter geeft het tijdstip aan waarop Dorien zo diep mogelijk heeft ingeademd?

Antwoord 7: letter T

Slide 15 - Tekstslide