H4 PV, OW, en GEZ herhaling

Nederlands 13-5
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Huiswerkcontrole
  3. Herhaling theorie PV, OW en GEZ
  4. Nakijken huiswerk
  5. Zelfstandig werken uit werkboek
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 13-5
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Huiswerkcontrole
  3. Herhaling theorie PV, OW en GEZ
  4. Nakijken huiswerk
  5. Zelfstandig werken uit werkboek

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Het boekje met de opdrachten voor grammatica

Slide 2 - Tekstslide

Taalverzorging
Bij Taalverzorging leer je hoe je correct schrijft (spelling, zinsopbouw)

Hierbij moet je weten wat de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp zijn. 

Slide 3 - Tekstslide

Grammatica zinsontleding
Bij grammatica zinsontleding hak je een zin in blokjes. 

  1. Persoonsvorm
  2. Werkwoordelijk Gezegde
  3. Onderwerp

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm
De persoonsvorm is het belangrijkste werkwoord in de zin.

Haal je uit de zin door het volgende te doen:
  1. Tijdproef --> zet de zin in een andere tijd. Het woord dat verandert, is de persoonsvorm
  2. Vraagproef --> zet de zin in een vraagzin. Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm

Slide 5 - Tekstslide

De persoonsvorm
Tijdens de toets moet iedereen stil zijn.
Tijdproef: Tijdens de toets moest iedereen stil zijn.
Vraagproef: Moet iedereen tijdens de toets stil zijn?


Slide 6 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
Als je de persoonsvorm uit de zin hebt gehaald, kijk je naar het werkwoordelijk gezegde --> alle werkwoorden in de zin.

Vrijdag hebben we weer een persconferentie gehad.
PV: hebben
WW GEZ: hebben gehad




Slide 7 - Tekstslide

Het onderwerp
Het onderwerp (OW) is de degene of iets die de werkwoorden in de zin uitvoert.

Je vindt het onderwerp door de vraag te stellen: wie/wat + gez.
(dus: wie/wat + alle werkwoorden)


Slide 8 - Tekstslide

Het onderwerp
Vrijdag hebben we weer een persconferentie gehad.
PV: hebben
WW GEZ: hebben gehad
OW: wie/wat hebben gehad? --> we

Deze week is de cito-vas tijdens de KWT-uren afgenomen.
  1. PV: is
  2. WW GEZ: is afgenomen
  3. OW: de cito-vas 

Slide 9 - Tekstslide

Nakijken huiswerk
We kijken alleen de opdrachten van grammatica zinsontleding na.

Volgende les heb je het boekje weer nodig, dan kijken we de opdrachten van grammatica woordsoorten na.

Slide 10 - Tekstslide

Werken
Je gaat het volgende doen:
basis: 1 t/m 3, 6 + 7 op blz. 148
kader: LV uit grammaticaboekje halen


Dit is huiswerk voor de les van maandag. 

Slide 11 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Als je PV, WW GEZ en OW uit de zin hebt gehaald, kan je het LV uit de zin halen.

Lijdend voorwerp --> iets of iemand die de handeling van het onderwerp ondergaat.

Let op! Het lv begint nooit met een voorzetsel en staat niet altijd in een zin.

Slide 12 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Ik sla Loeke. 

PV: Sla
WW GEZ: sla
OW: (wie slaat?) Ik
LV:  (wie sla ik?) Loeke

Slide 13 - Tekstslide

Grammaticaboekje
Kijk naar de zinnen in het grammaticaboekje.

Per zin gaan we nu ook het lijdend voorwerp uit de zin halen.

Slide 14 - Tekstslide