In de volgende slide staat een filmpje met de complete uitleg van de 1e, 3e, en de 4e naamval.
Van de voorzetsels, het ontleden, welke woorden er bij de der-groep en bij de ein-groep horen tot en met het overzicht van de persoonlijke voornaamwoorden in de 1e, 3, en 4e naamval.
In de loop van dit hoofdstuk/jaar behandelen we hiervan steeds een deel.