den 12. Januar 2021: Sturm und Drang

Ziele
1. Ihr kennt die Wörter von S. 88 - 91
2. Ihr wisst was die Epoche: Sturm und Drang bedeutet
3. Ihr könnt Fragen über den Schriftsteller J.W. von Goethe beantworten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ziele
1. Ihr kennt die Wörter von S. 88 - 91
2. Ihr wisst was die Epoche: Sturm und Drang bedeutet
3. Ihr könnt Fragen über den Schriftsteller J.W. von Goethe beantworten

Slide 1 - Tekstslide

Sturm und Drang
Was ist Sturm und Drang?
Ihr lest S. 313

Slide 2 - Tekstslide

Sturm und Drang

Slide 3 - Woordweb

Warum verachten die Vertreter des Sturm und Drangs die Kultur?

Slide 4 - Open vraag

Welche Ausspruch gehört zum Sturm und Drang?

Slide 5 - Open vraag

Genie

Slide 6 - Woordweb

welche 2 Schriftsteller werden im Text genannt?
A
Schiller
B
von Humboldt
C
Frisch
D
Goethe

Slide 7 - Quizvraag

Was ist der Titel der ersten bürgerlichen Roman von Goethe?
A
Willkommen und Abschied
B
Faust
C
Die leiden des Jungen Werthers
D
Nathan der Weise

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

3 begrippen:


metapher: beeldspraak

Slide 10 - Tekstslide

Personifikation

Slide 11 - Tekstslide

Hausaufgaben
1. machen: S. 314/315: Aufgabe 6 + 7(online)
2. lernen/vorbereiten: S. 88 bis zum 91

Slide 12 - Tekstslide

ausgestattet sein mit
A
ingericht zijn met
B
rekening houden met
C
bepalend zijn voor
D
gebouwd met

Slide 13 - Quizvraag

die Genehmigung
A
de opname
B
de bepaling
C
het rechtssysteem
D
de toestemming

Slide 14 - Quizvraag

sonderbar
A
interessant
B
zonder bar
C
raar
D
bijzonder

Slide 15 - Quizvraag

de beslissing
A
die Entscheidung
B
die Bewerbung
C
die Vorlesung
D
die besprechung

Slide 16 - Quizvraag

zwaar, belastend
A
stressvoll
B
stressbeständig
C
stressig
D
stressfähig

Slide 17 - Quizvraag

de administratie
A
die Begründung
B
die Verwaltung
C
die Forderung
D
die Sitzung

Slide 18 - Quizvraag

tussendoor
A
durchzwischen
B
beifallsdurch
C
ausdauerlich
D
zwischendurch

Slide 19 - Quizvraag