Les 7: Economische dimensie

Welkom terug bij Aardrijkskunde! 
Startklaar:
  • Jas uit, tas op de grond
  • telefoon en oortjes weg
  • schrift en pen op tafel  
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welkom terug bij Aardrijkskunde! 
Startklaar:
  • Jas uit, tas op de grond
  • telefoon en oortjes weg
  • schrift en pen op tafel  

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma vandaag
  1. Raadsel
  2. Uitleg nieuwe stof 
  3. Oefenen
  4. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 2
1
2
3
4
5
6
Nabespreking P1
Intro P2
H1.1 
H1.2 + H1.3
H1.4 + H2.1
H2.2 + H2.3
H2.4+ SO
7
8
9
10
11
12
H3
H4.1 + H4.2
H4.3 
Herhaling + SO
Herhaling
Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H1
De wereld als systeem
H2
De wereld indelen
H3
Landen in beeld
H4
Wereldsteden in de VS
Overzicht 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

     Lesdoel
  • Leerlingen kennen de 5 dimensies van aardrijkskunde: fysisch, politiek, economisch, demografisch en sociaal-cultureel. 
  • Leerlingen kunnen de wereld beschrijven, analyseren en in gebieden indelen aan de hand van economische indicatoren. 
Paragraaf 2.1

Slide 5 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Wat weet jij over de AK-dimensies? 
Door welke bril kijk je naar een probleem / situatie?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1: Raadsel
Over welk land heb ik het? 
In vergelijking met NL: 
  • spreken een andere  taal 
  • rijker dan NL 
  • een ander politiek systeem (maar 2 politieke partijen)
  • dit land heeft veel meer inwoners
  • dit land heeft wel bergen
Steek je hand omhoog als je wilt praten!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1: Raadsel
  • Iedereen heeft een pen en een stuk papier
  • Werk alleen in stilte 
  • Neem 1 land in gedachten (dit mag niet NL zijn)
  • Schrijf in je schrift 3 dingen op die anders zijn in dit land dan in NL
Individuele opdracht (je werkt in stilte)
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen tussen landen
Bij individuals & societies kijk je naar landen vanuit verschillende dimensies:
  • sociaal-culturele dimensie
  • demografische dimensie
  • politieke dimensie
  • economische dimensie
  • fysische dimensie 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dimensies
Door welke bril kijk je naar een probleem / situatie?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke Dimensie?
  • Spreken een andere  taal 
  • Rijker dan NL 
  • Een ander politiek systeem (maar 2 politieke partijen)
  • Dit land heeft veel meer inwoners
  • Dit land heeft wel bergen
Steek je hand omhoog als je wilt praten!
Spiekbriefje
  • sociaal-culturele dimensie
  • demografische dimensie
  • politieke dimensie
  • economische dimensie
  • fysische dimensie 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanuit welke dimensie(s) had jij jouw raadsel gemaakt? 
Spiekbriefje
  • sociaal-culturele dimensie
  • demografische dimensie
  • politieke dimensie
  • economische dimensie
  • fysische dimensie 
Steek je hand omhoog als je wilt praten!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreking
  • Komt een bepaalde dimensie vaker voor dan een andere als je landen vergelijkt? 

  • Is binnen 1 land alles hetzelfde?

Voorbeeld uit de economische dimensie: is iedereen binnen een land even rijk? 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landen vergelijken
  • Aan de hand van verschillende dimensies:
    - economisch, cultureel, demografisch, politiek en fysisch

  • Maar binnen een land ook verschillen!
    (regionale en sociale ongelijkheid) 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische dimensie
  • Centrum-periferie model maakt een indeling van de wereld op basis van economische en politieke kenmerken 
Wat voor economische kenmerken ken je?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische dimensie
Indicatoren = om bepaald element te meten 

Economische indicatoren:
  • BNP, BBP, BRP
  • inkomen per hoofd
  • ginicoëfficient / Gini-index
  • samenstelling van de beroepsbevolking

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische dimensie
  • Bruto binnenlands product= waarde van alle goederen en diensten die in een land worden geproduceerd. 


  • Bruto nationaal product = waarde van alle goederen en diensten die in een jaar door de bevolking van een bepaald land worden geproduceerd. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische dimensie
Voorbeeld:
  • Buitenlanders die in Nederland werken en geld verdienen, tellen niet mee voor het bnp, omdat dat cijfer alleen gaat over mensen met de Nederlandse nationaliteit. 
  • Zij tellen wel mee voor het bruto binnenlands product, omdat dat gaat over iedereen die in Nederland werkt.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische dimensie
  • Bruto regionaal product = de totale geldwaarde van alle in een regio geproduceerde goederen en diensten 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritiek op BNP, BBP en BRP
  • gegevens in sommige landen moeilijk te verzamelen
  • geld verdient in de informele sector telt niet mee 
  • gemiddelde, dus zegt niks over de verdeling binnen dat gebied
informele sector

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische dimensie
Inkomen per hoofd = alles wat iemand per jaar ontvangt als opbrengst van arbeid, onderneming of vermogen
Bruto = salaris, hier moet nog belasting van af
Netto = wat je overhoudt na alle belasting betaald te hebben

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische dimensie
Ginicoëfficiënt of Gini-index
  • Mate van ongelijkheid in inkomen 
  • Getal tussen 0 en 100, 0 is iedereen heeft hetzelfde inkomen
  • Zweden 28,8
  • Nederland 29,2
  • VS 41,5
  • Saudi-Arabië 45,6
  • Colombia 54,2
  • Zuid-Afrika 63
Gelijker
Ongelijker

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische dimensie
Samenstelling van de beroepsbevolking = verdeling van de werkenden over de economische sectoren

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
  • Maak het werkblad over West-Afrika
  • Gebruik de bronnen!
  • Klaar: oefen op quizlet met de begrippen 
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

West-Afrika vanuit de economische dimensie 
Verdiepingsvraag 1:
Hoe komt het dat de rangorde voor bbp per land en de rangorde voor bbp per hoofd van de bevolking zo uit elkaar kunnen lopen?
Dat komt door het aantal inwoners per land.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

West-Afrika vanuit de economische dimensie 
Verdiepingsvraag 2:
Beredeneer aan de hand van schema W8 welk van de zes landen het meest welvarend is.
Voorbeeld antwoord: Nigeria heeft het grootste bbp, en het bbp per hoofd van de bevolking is ook een van de hoogste, daarnaast is de ginicoëfficiënt relatief laag en de VN-index relatief hoog.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

West-Afrika vanuit de economische dimensie 
Verdiepingsvraag 3: 
Beredeneer aan de hand van W8 in welk van de zes landen de ongelijkheid het kleinst is.
Op basis van de ginicoëfficiënt is Guinee-Bissau het minst ongelijke land wat betreft inkomen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

West-Afrika vanuit de economische dimensie 
Examentraining 1:
Bekijk de bronnen.
Leg in drie stappen uit waarom je zou verwachten dat de primaire sector in landen van West-Afrika belangrijk is. (3p)





Tip 1
Gebruik in de eerste zin het woord kolonie 
Tip 2
Gebruik in de tweede zin de woorden grondstoffen en industrieproducten. 
Tip 3
Gebruik in de derde zin de rol van MNO's. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

West-Afrika vanuit de economische dimensie 
Voorbeeld van een goed antwoord:
  • De meeste landen in West-Afrika waren tot de jaren 1960 koloniën van Europese landen (1p)
  • In die tijd ontstonden afhankelijkheidsrelaties: de levering van grondstoffen aan de overheersende landen in Europa, en het afnemen van industrieproducten uit Europese landen door de landen in West-Afrika (1p)
  • Daarbij kregen mno’s greep op de economie, waardoor die verhouding na de onafhankelijkheid in stand werd gehouden. De eigen industrie kon zich hierdoor minder of niet ontwikkelen (1p)



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

West-Afrika vanuit de economische dimensie 
Examentraining 2: 
Bekijk de bronnen.
Geef:
  • de namen van twee landen die het minst kwetsbaar zijn voor schommelingen op de wereldmarkt;
  • uitleg voor je keuze.

 (2p)





Tip 1
Wanneer een land zich voor zijn export te eenzijdig op een of enkele producten richt, wordt het kwetsbaar.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

West-Afrika vanuit de economische dimensie 
  • Benin en Ivoorkust (1p)

  • Deze landen zijn niet vooral afhankelijk van één exportproduct, zoals de andere vier landen. / Deze landen hebben een meer gevarieerde export dan de andere vier landen. (1p)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen oefenen
https://quizlet.com/join/3pNVra7Rf?i=1fo1jg&x=1bqt

Slide 33 - Tekstslide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 34 - Link

Deze slide heeft geen instructies

     Lesdoel
  • Leerlingen kennen de 5 dimensies van aardrijkskunde.
  • Leerlingen kunnen de wereld beschrijven, analyseren en in gebieden indelen aan de hand van economische indicatoren. 
Exit ticket:
- wat zijn de 5 dimensies van AK?
- noem 4 economische landen indicatoren

Slide 35 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Tot de volgende les!

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies