1. Ik kan uitleggen wat de veiligste plaats op de weg is als ik fietser ben. (kennis)
2. Ik kan uitleggen welke vijf soorten verkeersborden er zijn en wat ik daarbij moet doen. (kennis)
3. Ik besef dat verkeersborden en verkeerstekens aangeven wat ik moet doen. (veiligheidsbewustzijn)
4. Ik wil mij aan de verkeersregels en verkeersafspraken houden. (houding)