Periode 2, thema werk en studie les 2

rekenen thema werk 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

rekenen thema werk 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prijzen in de toonbank

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inflatie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is inflatie?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Begrip inflatie
Een algemene stijging van de prijzen van goederen en diensten.
Vandaag kun je minder kopen voor een euro dan gisteren. 
De munt wordt minder waard. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opgave 1*

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

opgave 2**
36 % van de deelnemers aan de enquête zegt enthousiast te zijn over Black Friday.

Hoeveel deelnemers zijn dat?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 9 - Woordweb

2500 deelnemers x 0,36 (36%) = 900 deelnemers. 

2500 :100 x 36 = 900
opgave 3** 
49 procent denkt dat een blok kaas van buiten de EU ingevoerd mag worden. Dat mag niet, want het is een dierlijk product.

Hoeveel mensen zijn dat in het onderzoek?
Rond af op een heel getal.
De douane liet uitzoeken of de gemiddelde consument weet wat wel en niet is toegestaan, onder 1195 respondenten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 11 - Woordweb

1195 respondenten x 0,49 (49%) = 585,55 = 586 respondenten.
opgave 4**
Door de stijgende energie- en grondstofprijzen steeg de consumentenprijs van varkensvlees. 
In de zaak van Klazien worden de prijzen daarom verhoogd met 16%. 

Hoeveel betaalt de klant nu voor dit stuk buikspek?
Buikspek
750 gram
 € 11,25

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 13 - Woordweb

11,25 x 0,16 (16%) = 1,8
11,25 + 1,80 = €13,05
opgave 4**
Door de stijgende energie- en grondstofprijzen stijgt de consumentenprijs van koffie. 
In de zaak van Ahmed worden de prijzen daarom verhoogd met 5%. 

Hoeveel betaalt de klant nu voor deze seizoenskoffie? Rond af op twee decimalen.
Latte Macchiato Pumpkin spice
 € 3,75

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 15 - Woordweb

3,75 x 0,05 (5%) = 0,1875
3,75 + 0,1875 = €3,9375 = €3,94
opgave 5*** 
In de boerenwinkel van Ahmed wordt de prijs van melk  verhoogd met 18,3%.

De oude prijs was € 1,75 per fles.
Hoeveel betaalt de klant nu voor een fles melk?
Rond af op twee decimalen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 17 - Woordweb

1,75 x 0,183 = 0,32025
1,75 + 0,32025 = 2,07

opgave 6***
Iets met procenten en voedingswaarde?
per 100 mililiter

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 19 - Woordweb

2,2 uur = 2 uur en 12 minuten
Totale brandstof = €25,99
Totale parkeerkosten = €9
Totale kosten auto = €34,99
De treinkosten waren €33,10
Het is goedkoper om met de trein te reizen. Dit scheelt € 1,89
Deel 2 BTW

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opgave 1*

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

opgave 2**

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

opgave 3**

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

opgave 4***

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 28 - Woordweb

7,30 uur per dag
7,30 x 5 = 36,5 uur per week.
opgave 5***

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 30 - Woordweb

52 weken x 5 dagen = 260 dagen werken
260 dagen - 40 dagen = 220 dagen.