NW Z _ B-route_Spijsverteringsstelsel

Week 2 - NW Z - Het spijsverteringsstelsel
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Week 2 - NW Z - Het spijsverteringsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even herhalen...

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Human Body
Week 1 - Van cel tot organisme
Week 2 - Spijsvertering
Week 3 - Ademhaling
Week 4 - Uitscheiding
Week 5 -> Bloedsomloop + samenhang stelsels
Week 6 -> Toets + jury

Slide 3 - Tekstslide

Overzicht van de inhouden = verkennen van de leerstof in dit project.
De celfabriek

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celkern
Mitochondriën
Cytoplasma
Celmembraan

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

- voedingsstoffen (glucose) zorgen voor chemische energie
- energie wordt omgezet van de ene vorm naar de andere
- celademhaling = verbrandingsreactie
Energieomzetting via celademhaling

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celademhaling = celverbranding

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingsstof wordt er verbrand bij de celademhaling?
A
water
B
glucose
C
koolstofdioxide
D
afvalstoffen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Human Body
Week 1 - Van cel tot organisme
Week 2 - Spijsvertering
Week 3 - Ademhaling
Week 4 - Uitscheiding
Week 5 -> Bloedsomloop + samenhang stelsels
Week 6 -> Toets + jury

Slide 9 - Tekstslide

Overzicht van de inhouden = verkennen van de leerstof in dit project.
De celfabriek

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 11 - Video

Hoeveel voedingsstoffen zijn er?
Wat zijn de 4 functies van voedingsstoffen?
Welke voedingstof dient als reservestof/beschermstof/...

Jullie zagen juist in het filmpje dat de cel voedingsstoffen opneemt, voedingsstoffen die we nodig hebben om te kunnen functioneren.

Voedingsstoffen halen we uit onze voeding.

Voedingsstoffen delen we in 3 grote categorieën in.
Jullie zagen vorige week dat de cel voedingsstoffen opneemt, voedingsstoffen die we nodig hebben om goed te kunnen functioneren.

Voedingsstoffen halen we uit onze voeding.

De belangrijkste voedingsstoffen zijn: 
Eiwitten
Koolhydraten
Vetten
Water
Mineralen
Vitaminen
Voedingsvezels

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsmiddel of voedingsstof?
Sleep de termen naar de juiste categorie
voedingsmiddel
voedingsstof
vitamine C
sinaasappelsap
aardappel
koolhydraat
boterham
eiwit

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsstoffen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

03:30
Hoeveel voedingsstoffen zijn er?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 15 - Quizvraag

Welke zijn dat?
03:30
Welke voedingsstof dient als reservestof?
A
Eiwit
B
Vet
C
Vitaminen
D
Mineralen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:30
Welke functies kunnen voedingstoffen hebben?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Meer verduidelijking nodig: KLIK HIER.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschermstof
Bouwstof
Brandstof
Water 
Vetten
Suiker
Vezels
Eiwitten
Vitaminen
Mineralen
Vetten
Mineralen

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

06:10
Wat is het doel van het spijsverteringsstelsel?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

08:02
Wat is de functie van kauwen?
A
Oppervlakte van het voedsel verkleinen zodat we dit makkelijk kunnen inslikken
B
Opnemen van voedingstoffen via de speekselklieren
C
Oppervlakte van het voedsel vergroten zodat verteringssappen beter kunnen inwerken
D
Vergroten van voedsel

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

08:58
Speeksel bevat ...
A
een enzym dat vetten verkleint
B
een enzym dat vitaminen verkleint
C
geen enzymen
D
een enzym dat koolhydraten verkleint

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

09:35
Wat zijn de twee functies van maagsap?
A
Verkleinen van eiwitten + ziekteverwekkers doden
B
Verkleinen van vetten + verkleinen van koolhydraten
C
Ziekteverwekkers doden + opnemen van voedingsstoffen
D
Opnemen van mineralen, water & vitaminen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

11:19
Alvleessap verteert ...
A
eiwitten, koolhydraten, vetten
B
eiwitten, koolhydraten, mineralen
C
eiwitten, koolhydraten, suikers
D
koolhydraten, vetten, vitaminen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

14:29
Waar worden voedingstoffen opgenomen in het bloed?
A
In de blinde darm
B
In de dikke darm
C
In de dunne darm
D
In de endeldarm

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

                                   Spijsverteringsorganen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Mondholte

  • Tanden
  • Tong
= mechanische verkleining
  • Speeksel: 3 grote klieren
= chemische verkleining
= stofomzetting

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel tanden heb je in je gebit?
(blijvend gebit)
A
20
B
24
C
32
D
36

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Speeksel
Speekselklieren in je mond produceren speeksel.
Speeksel bestaat uit water, slijm en een enzym.
Dit enzym begint met de vertering van zetmeel.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speeksel
  1. De oorspeekselklier maakt speeksel als voedsel dichtbij komt.
  2. De ondertong- en onderkaak- speekselklier maken 24/7 speeksel.
ondertong- en
onderkaakspeekselklier
2
(oor)speekselklier
1

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keelholte
Je huig en strotklepje zorgen ervoor dat het voedsel niet naar je neus of je longen kan.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de huig?
A
1
B
2

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slokdarm
De slokdarm brengt het voedsel van de keel naar de maag.
  • de holte is geplooid en gevuld met slijm
  • de slokdarm heeft een dubbele spierlaag
slijm
S
kringspieren
K
lengtespieren
L

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slokdarm

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de functie van de slokdarm
A
verteren van voedsel
B
voedsel naar de maag transporteren
C
slijm produceren
D
verteren van koolhydraten

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De maag
  • De maag kneedt het voedsel.
  • De maag maakt maagsap
= chemische verkleining
= stofomzetting

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De sluitspier zorgt ervoor dat de maaginhoud niet terugstroomt in de slokdarm.


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zuur?
Maagsap is nog zuurder dan de zuurste voedingsmiddelen!

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussen welke twee organen zit een sluitspier ?
A
tussen de slokdarm en de maag
B
tussen de maag en de mond
C
tussen de maag en de lever
D
tussen de maag en de galblaas

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De twaalfvingerige darm, de lever en de alvleesklier
Vanuit de maag komt het zure voedsel in de twaalfvingerige darm 
  • lever maakt galsap
  • galblaas is tijdelijke opslagplaats
  • alvleesklier (= pancreas) maakt alvleessap
alvleesklier
A
galblaas
G
twaalfvingerige darm
T

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De functie van gal is het emulgeren van vet; grote vetdruppels klein maken.
Hierdoor verloopt de vetvertering door enzymen beter.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Locatie lever

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de twaalfvingerige darm komt de......
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
Slokdarm
D
Endeldarm

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dunne darm
Na de 12v-darm volgt de 5 meter lange dunne darm.
De dunne darm...
  • heeft veel darmplooien
  • maakt darmsap
  • neemt de verteringsproducten op in het bloed (= stofuitwisseling)

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dunne darm is:
A
ruim 10 meter lang
B
ongeveer 30 cm lang
C
ongeveer 6 meter lang
D
ruim een meter lang

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dikke darm
Onverteerbare resten komen vanuit de dunne darm in de dikke darm terecht.
De functie van de dikke darm is...
  • het onttrekken van water (indikken van de resten)

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blinde darm en endeldarm
De resten leggen deze weg af...
  • blinde darm met wormvormig aanhangsel 
  • endeldarm waar de ontlasting wordt opgeslagen, met de anus als afsluitspier (kringspier)
Blinde darm
B
Endeldarm
A

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spijsverteringsstelsel
Sleep de woorden naar de juiste plek.
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
Anus
Blinde darm

Slide 51 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heb je de verwerking van dit leerstofonderdeel ervaren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 52 - Poll

Deze slide heeft geen instructies