2: De voordelen van buiten sporten
3: alinea 1 en 2
4: B Er wordt een advies gegeven.
5: iets wat in is/iets wat populair is.
6: Als je met de auto naar de sportschool gaat, dan klopt dit argument. Ga je met de fiets naar de sportschool, dan beweeg je niet minder en verbrand je niet minder calorieën.
7: D In de eerste zin staat de hoofdzaak. Daarna komt een uitleg.
8: B alleen alinea 7 > buiten sporten en de uitleg waarom dat goed is.
9: Een blij gevoel of gelukkig gevoel.
11 een mening geven/overtuigen: in de titel, de inleiding en het slot zie je duidelijk de mening van de schrijver.
12 A Buiten sporten is beter en gezonder dan sporten in de sportschool.