10-06-2021 DTH1O

Ga naar: lessonup.app

Vul de code in
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ga naar: lessonup.app

Vul de code in

Slide 1 - Tekstslide

DTH1O


10 Juni 2021

Slide 2 - Tekstslide

Hallo ik ben 

Slide 3 - Tekstslide

Was werden wir heute machen?
Wat gaan we vandaag doen?
  • Hausaufgaben
  • Informatie over de schrijftoets
  • Lernziel (leerdoel)
  • Grammatik
  • Aufgaben Grammatik
  • Volgende les: tweetallen 

Slide 4 - Tekstslide

Hausaufgaben (huiswerk)
Neue Kontakte --> Kapitel 3: Schule --> letter B Wortschatz -> Aufgabe 6, 7, 8, 9

Niet gemaakt/ontvangen: 
Amal, Femke, Aylin, Sibren, Kayleigh, Mirre, Sanne, Merle, Danté, Sehra, Nina, Lorenzo

Slide 5 - Tekstslide

Informatie schrijftoets
  • In tweetallen
  • Comic maken ''Jullie gaan je school presenteren, jijzelf speelt hier de hoofdrol in''
  • Les van tevoren= oefenen + voorbereiding + foto's
--> mag online of op papier
  • Minimaal 40 woorden
  • GEEN VERTALER + WOORDENBOEK, doe je dit wel=1
Schule

Slide 6 - Tekstslide

Lernziele
Am Ende der Stunde kann ich:

  • aangeven wat de hoofdregels zijn voor het bepalen van het geslacht van zelfstandige naamwoorden.

  • aangeven welke woorden met een hoofdletter geschreven moeten worden.

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg

-->samen filmpje
kijken

Slide 9 - Tekstslide

 Aufgaben machen
opdrachten maken
  • Wat? Classroom --> Kapitel 3: Schule --> Grammatica: zelfstandige naamwoorden

  • Hoe? Zelfstandig oder Gezamenlijk
  • Hulp? Docent
  • Tijd? ~11:10
  • Klaar? Quizlet Woordjes oefenen Kapitel 3



Slide 10 - Tekstslide

der (m)
die (v)
das (o)
mannelijke personen
bv.: der Mann, der Junge
vrouwelijke personen
bv.: die Frau
de meeste het-woorden.
bv.: das Kind
mannelijke dieren
bv.: der Stier
vrouwelijke dieren
bv.: die Kuh, die Katze
woorden die eindigen op -e (vaak)
bv.: die Adresse
woorden op -heit,-keit, -ung, -schaft
bv.: die Freundschaft

Slide 11 - Tekstslide

Hausaufgaben
1. Tweetallen maken voor de schrijftoets. 
--> Maandag vertellen.

2. Classroom opdracht inleveren.

Slide 12 - Tekstslide