In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Vorige week
Atoommassa's: massa protonen + massa neutronen
Gemiddelde atoommassa's
Ionmassa = atoommassa
Molecuulmassa's
Meetwaarden en telwaarden
significantie en wetenschappelijke notatie
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de correcte wetenschappelijke notatie van 0,008234
A
8,234⋅10−3
B
8,234⋅10−2
C
8,23⋅10−3
D
8,2⋅10−3
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de massa in u van
CO2
A
28,01
B
44,01
C
66,01
D
32,00
Slide 3 - Quizvraag
§2.4: De mol
Je leert:
grootheden en eenheden kennen en eenheden omrekenen;
rekenen met de eenheid mol.
p. 54
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Toepassingen
1 mol = 6,02214 x 10²³ deeltjes
Erg onhandig om mee te rekenen
Slide 6 - Tekstslide
Grootheden en eenheden
Grootheid: een gegeven dat gemeten kan worden
Eenheid: de waarde van de grootheid
Internationaal stelsel van eenheden (SI eenheden)
lengte: meter; massa: kilogram; tijd: seconde;
temperatuur: Kelvin; hoeveelheid stof: mol
Slide 7 - Tekstslide
Voorvoegsels
mega: M --> 10^6
kilo: k --> 10^3
milli: m --> 10^-3
micro: μ --> 10^-6
nano: n --> 10^-9
Slide 8 - Tekstslide
De mol
Hoeveelheid stof
Één mol stof --> 6,02214 x 10²³ deeltjes
Het getal van Avogadro (NA)
1 u = 1,66 x 10⁻²⁴ gram
1 gram = 6,02... x 10²³ u
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de massa van een mol waterstof, H₂? (H heeft een massa van 1,008 u) (1 u = 1,66 x 10⁻²⁴ gram) (1 mol = 6,02 x 10²³ deeltjes)
A
1,01 g
B
2,01 g
C
5,54 x 10⁻⁴⁸ g
D
7,28 x 10⁴⁷ g
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de massa van een mol waterstof, Br₂? (Br heeft een massa van 79,90 u) (1 u = 1,66 x 10⁻²⁴ gram) (1 mol = 6,02 x 10²³ deeltjes)
A
79,8 g
B
5,80 x 10⁴⁹
C
160 g
D
4,41 x 10⁻⁴⁶
Slide 11 - Quizvraag
Van mol naar gram
Wat kwam overeen tussen de antwoorden van de vragen?
Het gewicht van een mol stof is hetzelfde als de massa in u!
De massa van een molecuul in u is dus hetzelfde als de massa van een mol moleculen in gram.
Dit noemen we de molaire massa, in g/mol.
Slide 12 - Tekstslide
Van mol naar gram
Om tussen gram, mol en aantal deeljtes te rekenen gebruikt men onderstaand schema.
M is de molaire massa, deze is in getalwaarde gelijk aan het gewicht van het molecuul in u.
NA is het getal van Avogadro: 6,02 x 10²³
Slide 13 - Tekstslide
We hebben 4,30 mol koolstofmonoxide (CO). Wat is totale massa in gram?
A
189
B
6,51
C
0,154
D
120
Slide 14 - Quizvraag
We hebben 300 gram water (H₂O), hoeveel deeltjes water hebben we?
A
1,00 x 10²⁵
B
3,25 x 10²⁷
C
2,77 x 10⁻²³
D
8,98 x 10⁻²¹
Slide 15 - Quizvraag
Samenvatting
Iets wat je kunt meten, noem je een grootheid. Deze wordt weergegeven door een bepaalde getalwaarden, gevolgd door de eenheid die bij de betreffende grootheid hoort.
een mol (n) is een hoeveelheid stof, uitgedrukt in een aantal deeltjes. Een mol is een pakketje van 6,02214 x 10²³ deeltjes. Dit getal noem je het getal van Avogadro (NA).
Het getal 6,02 x 10²³ is de omrekenfactor van de massa-eenheid u naar de massa-eenheid gram. Eén mol deeltjes heeft een massa (uitgedrukt in gram), die in getalwaarde gelijk is aan de massa van één deeltje (uitgedrukt in u).
De molaire massa (M) is de massa van een mol stof).
De massa van een hoeveelheid stof kun je omrekenen in mol of in een aantal deeltjes met behulp van een evenredigheidstabel of met het rekenschema.