In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Machten
Blz. 99
Slide 1 - Tekstslide
Wat heb je vorige les geleerd?
Hoe je haakjes wegwerkt als er mintekens voorkomen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat leer je deze les?
Wat een macht is
Hoe je rekent met machten
Hoe je rekent met machten
met een negatief grondtal
Geschiedenis van de machten
Slide 3 - Tekstslide
Even herhalen:
−8+4a+5(4a−7)
Slide 4 - Open vraag
6x⋅7−3x⋅9
Slide 5 - Open vraag
Weet je het nog?
Een kwadraat geeft aan, dat je het getal moet vermenigvuldigen met zichzelf.
De betekenis 3.3 schrijf je alleen op als daar speciaal naar gevraagd wordt.
32=3⋅3=9
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een macht?
In plaats van een 2 kan je ook een ander getal neerzetten!
Bijvoorbeeld 4.
De 4 noemen we een exponent. Deze geeft aan hoe vaak het getal met zichzelf moet worden vermenigvuldigd. De 3 is in dit geval het grondtal. De 3 en 4 samen noemen we een macht.
34=3⋅3⋅3⋅3=81
Slide 7 - Tekstslide
Wat is een macht?
34
Grondtal
Exponent
Macht
Slide 8 - Tekstslide
Aantal voorbeelden
53=5⋅5⋅5=125
35=3⋅3⋅3⋅3⋅3=243
44=4⋅4⋅4⋅4=256
05=0⋅0⋅0⋅0⋅0=0
15=1⋅1⋅1⋅1⋅1=1
Slide 9 - Tekstslide
Bereken
64
A
24
B
36
C
1296
D
216
Slide 10 - Quizvraag
Bereken
73
A
21
B
49
C
343
D
2401
Slide 11 - Quizvraag
Bereken
112
Slide 12 - Open vraag
Boek en schrift
Maak een aantekening van de 3 nieuwe woorden.
Maak 27 t/m 32.
Kijk na en verbeter met een opvallende kleur.
Leer van je fouten.
Slide 13 - Tekstslide
Rekenen met machten
Het berekenen van machten noemen we machtsverheffen.
Nu weet je eindelijk waarom we het bij de rekenvolgorde hebben over machten. Weet je ze nog?
haakjes
machten en wortels
keer en delen
optellen en aftrekken
Slide 14 - Tekstslide
Rekenen met machten
Voorbeelden
Let op de rekenvolgorde!
Slide 15 - Tekstslide
Schrift en boek
Zet de rekenvolgorde nog een keer in je schrif. Zie evt. th B blz. 100.
Maak 33 t/m 35 op blz. 101.
Kijk na en verbeter met een opvallende kleur.
Leer van je fouten.
Slide 16 - Tekstslide
Boek en schrift
Bestudeer th C blz. 101.
Gebruik zelf de notatiewijze zoals in het zwart. Het blauwe is wat je moet denken.