Voortplanting

Voortplanting
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij deze afbeeldingen?

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
Wat is voortplanting?
Wat gebeurt er na de bevruchting met de baby of het jong?
Hoe maken planten kinderen?

Slide 3 - Tekstslide

Eitjes
Zaadjes
Bevruchting

Slide 4 - Tekstslide

Navelstreng 
Eten 
Zuurstof

Slide 5 - Tekstslide

Hoe krijgen dieren in een ei eten?
A
Ze proppen zich vol bij de moeder in de buik
B
Er zit eten in de eieren
C
Ze drinken alleen water wat door de eieren heen gaat
D
Ze hoeven pas te eten als ze zijn geboren

Slide 6 - Quizvraag

Draagtijd
tussen bevruchting en geboorte

Slide 7 - Tekstslide

Bevruchting 
Draagtijd
Geboorte

Slide 8 - Sleepvraag


Vader + moeder
Alleen de moeder
Losgelaten
Op de rug
In de mond 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waar komt het stuifmeel vandaan?
A
Van de moeder
B
Uit de fabriek
C
Van de stamper
D
Van de meeldraden

Slide 11 - Quizvraag

Waar wordt de stuifmeel heen gebracht?
A
Naar de grond om als plant te groeien
B
Naar de bladeren
C
Naar de stamper

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

QUIZ

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de beste betekenis van voortplanten?
A
Het maken met nieuw leven bij mensen, dieren en planten
B
geboren worden
C
Kinderen maken
D
bloembollen planten in de grond

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de juiste combinatie?
A
Eitjes - vrouw Zaadjes - man
B
Eitjes - man Zaadjes - vrouw

Slide 16 - Quizvraag

Hoe krijgt een baby in de buik eten?
A
Via de mond
B
Via de navelstreng
C
Via de neus
D
De baby heeft in de buik geen eten nodig

Slide 17 - Quizvraag

Op welke manier groeien kikkervisjes niet op?
A
In de mond van hun ouders
B
Op de rug van hun ouders
C
Onder de grond
D
Alleen zonder ouders

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer is er bevruchting?
A
Als stuifmeel bij de stamper komt
B
Als de zaden in de grond belanden
C
Als een bij het stuifmeel meeneemt
D
Als een vogel zaden uitpoept

Slide 19 - Quizvraag

Wat hebben we deze les geleerd?

Slide 20 - Tekstslide