De energie van de toekomst

De energie van de toekomst
yParagraaf 2
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

De energie van de toekomst
yParagraaf 2

Slide 1 - Tekstslide

Doel 1
Je kan twee oplossingen geven om het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen 

Slide 2 - Tekstslide

In paragraaf 1 heb je geleerd dat het gebruik van fossiele brandstoffen 2 nadelen heeft:

- Het klimaat verandert erdoor
- Zulke bronnen raken ooit op

Slide 3 - Tekstslide

We kunnen daar twee dingen tegen doen. De eerste is energiebesparing, dus minder (fossiele) energie gebruiken. Dan kunnen we langer met de bronnen die we hebben.

Slide 4 - Tekstslide

De tweede is overstappen op duurzame energie. Duurzaamheid betekent niet méér hulpbronnen gebruiken dan dat er bijkomen, zodat mensen ze ook in de toekomst nog kunnen gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

Die overstap naar duurzame bronnen noemen we de energietransitie. Een transitie is een overgang, dus overgang naar andere energiebronnen.

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 1
Wat zijn de twee manieren om het gebruik van fossiele brandstoffen in te perken?

Vraag 2
Bekijk de afbeelding. Waarom is energiebesparing niet zo’n realistische oplossing?

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 3
De energietransitie is iets dat heel positief (en hard nodig) lijkt. Maar er zijn ook nadelen aan. Zoek op internet twee van zulke nadelen op.

Slide 8 - Tekstslide

Doel 2
Je kan uitleggen waarom zonne-energie, windenergie en biomassa duurzame energiebronnen zijn

Slide 9 - Tekstslide

De bekendste duurzame bronnen zijn zonne-energie en windenergie. Je kent ze vast van zonnepanelen of windmolens. Zon en wind raken nooit op en zijn daarom duurzaam.

Slide 10 - Tekstslide

Een derde vorm is biomassa. Daarbij worden organische materialen, zoals hout en groente- en tuinafval, verbrand en omgezet in elektriciteit.

Slide 11 - Tekstslide

Bij dat verbranden komt wel CO2 in de lucht. Maar omdat bomen tijdens hun leven CO2 hebben opgeslagen, staat de balans daarna gelijk.
Die uitwisseling van CO2 heet de koolstofkringloop.

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 4
Bekijk de afbeelding.
Hoe zijn de windmolenparken verspreid over het land? Geef twee redenen voor die verspreiding.

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 5
Leg met behulp van de afbeelding uit of door verbranding van hout de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer toeneemt, afneemt of gelijk blijft.

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 6
Welke vorm van duurzame energie is volgens jou het meest geschikt voor Nederland? Leg je antwoord uit.
Vraag 7
Welke vorm van duurzame energie is het minst geschikt voor Nederland? Leg uit.

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 8
Dit plaatje geeft een deel van de koolstofkringloop weer. Gebruik B125 in je boek en leg in stappen uit hoe de koolstofkringloop op aarde werkt.

Slide 16 - Tekstslide

Doel 3
Je kan de sterke en zwakke punten noemen van zonne-energie, windenergie en biomassa

Slide 17 - Tekstslide

Windenergie wordt in Nederland veel gebruikt. Dat werkt, want in Nederland waait het veel en hard.

Slide 18 - Tekstslide

Maar windmolens zijn niet mooi en geven vaak geluidsoverlast. Bovendien is het niet heel betrouwbaar: je kan de wind niet op commando aan of uit zetten.

Slide 19 - Tekstslide

Zonne-energie kan opgewekt worden door zonnecellen op daken. Die liggen niet in de weg en daardoor hebben mensen er geen last van.

Slide 20 - Tekstslide

Maar in Nederland hebben we niet veel zonuren, zeker niet in de winter. Daarnaast is zonne-energie best duur.

Slide 21 - Tekstslide

Biomassa is beschikbaar op het moment dat wij dat willen. Is er meer energie nodig, dan verbranden we meer biomassa.

Slide 22 - Tekstslide

Al die biomassa komt niet uit Nederland zelf, maar uit Zuid-Amerika en Afrika. Daar wordt regenwoud gekapt of moeten akkers wijken om ruimte te maken voor onze energie.

Slide 23 - Tekstslide

Vraag 9
Waarom verbouwen wij in Nederland zelf niet de planten en bomen die we nodig hebben voor biomassa?

Vraag 10
Waarom is het twijfelachtig of biomassa wel duurzaam is?
Vraag 11
Nederland wordt gezien als een ideaal land voor windenergie. Wat is het probleem dat ervoor zorgt dat we nog niet zoveel windmolens hebben?

Slide 24 - Tekstslide

Vraag 12
Maak een schema waarin je de voor- en nadelen van elke duurzame bron op een rijtje zet. Doe dat zo:

Slide 25 - Tekstslide

Vraag 13
Drenthe is een groene provincie. Kunnen we ook zo groen worden dat we onszelf van energie voorzien?
Bedenk een manier waarop we in Drenthe zo duurzaam mogelijk leven. Gebruik de tabel hieronder én denk aan de wensen van de mensen (die willen geen overlast!)

Slide 26 - Tekstslide