2M Mittwoch, den 9. Januar 2019

Planung: Mittwoch, den 9. Januar 2019
  • Willkommen
  • Letzte Unterrichtsstunde
  • Lernliste Kapitel 2
  • Nachsehen Aufgabe 42, 43, 44 und 45 S105-106
  • Ziel dieser Unterrichtsstunde
  • Besprechen Prüfung: Planung, Großbuchstaben und Verben
  • Arbeitsblatt Großbuchstaben
  • Grammatik: Neue Hauptregeln: der die das
  • Hausaufgaben Donnerstag, den 10. Januar 2019
  • Zum Schluss
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planung: Mittwoch, den 9. Januar 2019
  • Willkommen
  • Letzte Unterrichtsstunde
  • Lernliste Kapitel 2
  • Nachsehen Aufgabe 42, 43, 44 und 45 S105-106
  • Ziel dieser Unterrichtsstunde
  • Besprechen Prüfung: Planung, Großbuchstaben und Verben
  • Arbeitsblatt Großbuchstaben
  • Grammatik: Neue Hauptregeln: der die das
  • Hausaufgaben Donnerstag, den 10. Januar 2019
  • Zum Schluss

Slide 1 - Tekstslide

Lernliste

Lernliste S144 het mobieltje b/e de webcam

Slide 2 - Tekstslide

Nachsehen: Aufgabe 42, 43 44 und 45
S103-106

Slide 3 - Tekstslide

Ziel dieser Unterrichtsstunde:
  • Besprechen Prüfung Kapitel 2 Teil 1

Slide 4 - Tekstslide

Beprechen Prüfung
  1. hoe leer je je woordjes?
  2. hoe leer je je Redemittel?
  3. wat is het resultaat tot nu toe?
  4. wat ga je nu anders doen?
  5. Tip: planning maken met woordjes en later zinnetjes er bij zetten.

Slide 5 - Tekstslide

Planning maken:

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdletters:
  • begin v.d. zin,   
  • zelfstandige naamwoorden -> de sport, het huis, de jongen, een fiets, een kwartier, een slagroomsoesje, de tekening, het schilderij, een kroket, de bloem, de schaats  
  • namen, plaatsen, straten 

Vraag: In een zin kun je nog een hoofdletter verwachten, wanneer? Overleg fluisterend met je buurman/buurvrouw. 


timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoorden hebben geen hoofdletters!
  • Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen, zoals  fietsen,   
       lopen, spelen, kruipen, klappen, slapen, schilderen, tekenen,  
  • Maar ook woorden als: hebben, zijn, doen, maken,  
  • Werkwoorden kunnen veranderen: ik loop, ik liep, hij huilt, hij huilde.
  • In één zin kunnen meerdere werkwoorden voorkomen. Bijvoorbeeld hulpwerkwoord en voltooid deelwoord.  
  • Samen geven de werkwoorden de totale actie weer.   
 
jij loopt,      wij fietsen,            jullie klappen,   ik schilder,   zij tekent,           u doet       zij hebben
du laufst,   wir fahren Rad,   ihr klatscht,       ich male,       sie zeichnet,     Sie tun     sie haben

Slide 8 - Tekstslide

Bekijken repetitie
vragen?

Slide 9 - Tekstslide

Arbeitsblatt Großbuchstaben
  1. arceer de hoofdletters
  2. onderstreep de werkwoorden met een opvallende kleur
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Grammatik: Hauptregeln
der die das

Slide 11 - Tekstslide

Hausaufgaben: Donnerstag, den 10. Januar 2018
Lese- und Hörprüfung

L:   Lernliste S144 het mobieltje b/e de webcam
W: Lernliste S144 JI  b/e de krant

M: Arbeitsblatt Großbuchstaben
      Aufgabe 46

Slide 12 - Tekstslide

Zum Schluss

Slide 13 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide