Volgens mij wil jullie vriend uit Urk onze zeilboot kopen. mij =
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Persoonlijk voornaamwoord
C
Betrekkelijk
voornaamwoord
D
Aanwijzend
voornaamwoord
Slide 4 - Quizvraag
Volgens mij wil jullie vriend uit Urk onze zeilboot kopen. jullie =
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Persoonlijk voornaamwoord
C
Betrekkelijk
voornaamwoord
D
Aanwijzend
voornaamwoord
Slide 5 - Quizvraag
Volgens mij wil jullie vriend uit Urk onze zeilboot kopen. onze =
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Persoonlijk voornaamwoord
C
Betrekkelijk
voornaamwoord
D
Aanwijzend
voornaamwoord
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel werkwoorden zitten er in de volgende zin?
even testen:
Slide 7 - Tekstslide
Alhoewel we allemaal graag naar Disneyland hadden willen gaan dit paasweekend, lijkt het ons toch beter om in groepjes van twee het dichtstbijzijnde tuincentrum te bezoeken.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 8 - Quizvraag
3 verschillende werkwoorden
zww = zelfstandig werkwoord
kww = koppelwerkwoord
hww = hulpwerkwoord
Slide 9 - Tekstslide
Zelfstandig Werkwoord (ZWW)
Heeft een heel duidelijke betekenis (het is een doe-woord).
Als een zin meerdere werkwoorden heeft,
staat het ZWW meestal achteraan.
Slide 10 - Tekstslide
Koppelwerkwoord (KWW)
Zit er geen ZWW in de zin. Dan moet er een kww staan, want: In een zin zit óf een ZWW óf een KWW. (Het is een zijn-woord)
zijn
worden
blijven
blijken
lijken
schijnen
heten
dunken
voorkomen.
(Toch wel heel handig om uit je hoofd te kennen!!!)
Slide 11 - Tekstslide
Hulpwerkwoord (HWW)
Alle werkwoorden die nu nog over zijn, zijn hulpwerkwoord
Kenmerken:
komen dus voor in zinnen met meer dan 1 werkwoord
helpen om het gezegde te maken.
Slide 12 - Tekstslide
Samengevat
1. zoek het belangrijkste werkwoord
2. dat is of een zww of een kww (doe- of zijn-woord)
3. als er meer werkwoorden in de zin staan, staat dat zww of kww achteraan
4. alle overige werkwoorden in de zin zijn hww
Slide 13 - Tekstslide
Zij heeft haar fiets zelf GEREPAREERD.
A
HWW
B
ZWW
C
KWW
Slide 14 - Quizvraag
Zij HEEFT haar fiets zelf gerepareerd.
A
HWW
B
ZWW
C
KWW
Slide 15 - Quizvraag
Rieke is donderdag ziek GEWORDEN.
A
HWW
B
ZWW
C
KWW
Slide 16 - Quizvraag
Alles begrepen? Test jezelf en sleep de rode vakjes naar de bijbehorende werkwoorden!
Mevrouw Witteveen zou wel eens grappig kunnen zijn.