M1 Werkwoordspelling - pv tt, vt, zwak en sterk

Welkom M1a
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom M1a

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag
- Herhalen pv-tt en pv-vt zwak & sterk
- Werkblad maken en nakijken
- Oefenen spellingoefenen.nl 
- Korte pauze (drie minuten)
- Start 'Plan een reis': document aanmaken
- Plan een reis: tickets en hotel zoeken.
- Afronding en huiswerk


Slide 2 - Tekstslide

Persoon
Regel
Voorbeeld
Let op!
ik
stam 
(hele ww -en)
denken - ik denk
lopen - ik loop
vinden - ik vind
Je spelt de ik-vorm zo, dat de klank gelijk blijft. Soms komt er een klinker bij (maken - maak)
Of gaat er een medeklinker af (passen - pas) Ook eindigen woorden nooit op z of v (verven - verf)
jij (pv vóór jij)
jij (pv achter jij)
stam
stam + t
Bedenk jij een oplossing?
Jij bedenkt een oplossing
Hoor je geen verschil (raad jij, jij raadt?) Vervang de pv dan in je hoofd door het ww lopen (loop jij, jij loopt) Als je bij loopt een t schrijft, schrijf je dat bij een ander ww ook!
hij/zij/het
stam + t
Thomas heeft verloren
De plant groeit goed
wij
hele werkwoord
Wij verdenken hem van diefstal

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden:

Slide 4 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden in de vt
Enkelvoud ( is er maar 1 van; de man, men, het aquarium, iedereen): 
Ik-vorm + de óf Ik-vorm + te
Meervoud (zijn er meerdere; mensen, de schriften, mijn klasgenoten, de scholen): 
Ik-vorm + den óf Ik-vorm + den

Om te bepalen of het -de(n) of -te(n) moet zijn:
1. Hele werkwoord min -en. Wat is de laatste letter? (bijv verven = verv = V)
2. Kijk of die letter in 't sexy fokschaap zit.
3. Zit de letter erin? Dan schrijf je het met -te(n). Zit de letter er niet in? Dan schrijf je het met -de(n).

Slide 5 - Tekstslide

Dus:
     Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en WEL in 't kofschip?        schrijf dan          -te / -ten                             fietsen                 fietste

      Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en NIET in 't kofschip?        schrijf dan         -de / -den                               verven              verfde

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoordspelling:
- Je weet hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
moet spellen.
- Je weet het verschil tussen zwakke en sterke ww
- Je weet hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd moet spellen van zwakke werkwoorden.
- Je weet hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd moet spellen van sterke werkwoorden.

Slide 7 - Tekstslide

Persoonsvorm vt - sterke ww
Bij sterke werkwoorden verandert de persoonsvorm in de verleden tijd (pvvt) van klank:
– breken → brak, braken; drinken → dronk, dronken; slapen → sliep, sliepen.

Schrijf het woord zo kort en eenvoudig mogelijk:
– rijden → reed, reden; bewegen → bewoog, bewogen
– ontbijten → ontbeet, ontbeten; liggen → lag, lagen

Luister naar het meervoud om erachter te komen of de persoonsvorm in het enkelvoud op een d of een t eindigt:
– bieden → (ik) bood (want: wij/jullie/zij boden)
– fluiten → (hij) floot (want: wij/jullie/zij floten)
Let op: een persoonsvorm in de verleden tijd enkelvoud eindigt nooit op dt.

Gebruik alleen twee dezelfde klinkers of medeklinkers achter elkaar als dat voor de uitspraak nodig is:
– schrikken → schrokken, maar: zitten → zaten


Slide 8 - Tekstslide

Persoonsvorm tt/vt sterk/vt zwak
1. Vorige week ______ (gaan) alle alarmbellen af, toen die crimineel ______ (ontsnappen) uit de gevangenis.
2. In de jaren vijftig _____ (zorgen) de vrouwen thuis voor de kinderen en _______ (werken) de mannen buitenshuis.
3. Op die prachtige plek _______(trouwen) Johnny aankomende  zaterdag met zijn bruid.



Hoe ga je te werk?

Slide 9 - Tekstslide

Persoonsvorm vt - sterke ww
Maken: Werkblad
Hoe: zelfstandig
Nodig: werkblad
Geluid: stilte, oortjes in mag
Hulp: docent
Tijd: 15 minuten 
Klaar: Haal bij de docent het nakijkblad en kijk je antwoorden na.
Ook klaar? - Oefen dan de persoonsvormen op spellingoefenen.nl 

timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide