12-1: Meervoudsvormen -s, en, ën

Welkom!
Leg het boek alvast op blz. 234.

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg het boek alvast op blz. 234.

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
In de vorige les:
bijwoordelijke bepaling
dubbele punt en aanhalingstekens 

Wat weet je er nog van?

Slide 2 - Tekstslide

Blz. 234
Lees de groene theorie en markeer de belangrijke punten.

Slide 3 - Tekstslide

Meervouden
Doel:
Aan het eind van de les kun je meervouden correct spellen.

Slide 4 - Tekstslide

Spellingsregels: meervoud​

Slide 5 - Tekstslide

enkelvoud + en = meervoud
Bij veel woorden maak je het meervoud door er 'en' achter te zetten.
  • een stoel - twee stoelen
  • Soms verdubbel je de laatste letter: mug-muggen
  • Soms laat je een letter weg: snaar-snaren

Slide 6 - Tekstslide

s wordt z- f wordt v


  • een baas - twee bazen
  •  een lijf- twee lijven

Slide 7 - Tekstslide

Een bos - twee .....
A
Bosen
B
Bossen
C
Boosen
D
Boossen

Slide 8 - Quizvraag

Een reis - twee .....
A
Reisen
B
Reizen

Slide 9 - Quizvraag

Meervoud op -s​
  • -s vast aan het woord schrijven, ook na e, é, eau en ui: etalages, logés, cadeaus. ​
  • De -s kan eraan vast, als er geen verwarring met uitspraak is!​
  • Wel verwarring met uitspraak: gebruik de apostrof ’s: taxi’s, baby’s.​ Dat zijn alle woorden met op het eind: a-i-o-u-y.
  • Ook ’s na afkortingen die je ook echt als afkorting uitspreekt: cd’s, tv’s, bv’s.​

Slide 10 - Tekstslide

Let op!
Woorden die eindigen op twee of drie klinkers die samen 1 klank vormen:
Dan de s eraan vast.

cadeau-cadeaus

Slide 11 - Tekstslide

Een etui - twee ....
A
Etuis
B
Etui's

Slide 12 - Quizvraag

Een accu - twee ....
A
Accus
B
Accu's

Slide 13 - Quizvraag

Een tv - twee .....
A
tvs
B
tv's

Slide 14 - Quizvraag

Bij eind ee en ie
- Soms een s en soms een ën

Klemtoon op de lettergreep met de ie: dan ën erachter.
Klemtoon op een andere lettergreep: dan een s erachter of alleen een n en dan het trema op de laatste klinker: 
zee-zeeën
chimpansee-chimpansees

Slide 15 - Tekstslide

Maken=Huiswerk
Blz. 234
Opdracht 1 t/m 4.

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiter
Lukt dit nu?
Aan het eind van de les kun je meervouden correct spellen.

Slide 17 - Tekstslide