Bilirubine is een gele stof die ontstaat bij afbraak van rode bloedcellen in de lever. Bij mensen met geelzucht komt de bilirubine vanuit de lever in het bloed terecht. De stof wordt door de leverader afgevoerd.
In welk bloedvat komt het bloed uit de leverader dan als eerste terecht?
A
in de aorta
B
in de bovenste holle ader
C
in de onderste holle ader
D
in de longader
Slide 23 - Quizvraag
Als de middenrifspieren samentrekken dan gaat het middenrif :
A
Naar boven
B
Naar beneden
Slide 24 - Quizvraag
Wat is astma?
A
Een chronische ziekte waarbij de bronchiën ontstoken zijn.
B
Een chronische ziekte waarbij de longblaasjes kapot gaan.
C
Een chronische ziekte waarbij de bronchiën altijd ontstoken zijn.
D
Een chronische ziekte aan de luchtwegen die binnen een aantal maanden weer weg is.
Slide 25 - Quizvraag
Wanneer gaat de lever zeker geen glycogeen afbreken?
A
Als je al een tijdje niets gegeten hebt
B
Als je pas iets met koolhydraten gegeten hebt
C
Als je bloedsuiker laag is
D
Als je veel insuline in je bloed hebt
Slide 26 - Quizvraag
Vissen ademen met kieuwen. In welk onderdeel worden de gassen uitgewisseld?
A
Kieuwplaatjes
B
Kieuwbogen
C
Kieuwdeksel
D
Kieuwholte
Slide 27 - Quizvraag
Welke aandoening komt vooral door een slechte luchtkwaliteit?
A
Astma
B
Allergie
C
COPD
D
Hooikoorts
Slide 28 - Quizvraag
Wat zijn tracheeën?
A
Kleine openingen in bladeren
B
Buisjes die zuurstof naar de cellen brengen
C
Kieuwplaatjes in kiewen
D
Een type insect
Slide 29 - Quizvraag
Drie bloedvaten zijn de leverader, de leverslagader en de poortader. Waar is het bloed zuurstofrijk?
A
Alleen de leverslagader
B
In de leverader en in de poortader
C
In de leverslagader en in de poortader
Slide 30 - Quizvraag
De functie van de nieren is uitscheiding. Wat scheiden de nieren uit?
A
alleen overtollig water
B
overtollig water, glycogeen, afvalstoffen en zouten
C
schadelijke stoffen
D
overtollig water en zouten, afvalstoffen en schadelijke stoffen
Slide 31 - Quizvraag
Welk orgaan kan worden aangetast bij Hepatitis B ?
A
Hart
B
Nieren
C
Lever
Slide 32 - Quizvraag
Wat zit in urine?
A
Eiwitten
B
Ureum
C
Vetten
D
Koolhydraten
Slide 33 - Quizvraag
Je ademt in. Wat gebeurt er met je tussenribspieren ?
A
Je tussenribspieren ontspannen en gaan naar beneden
B
Je tussenribspieren trekken samen en gaan naar beneden