SO hoofdstuk 4 VWO

Waarom gebruiken mensen uit naam van geloof geweld?

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Waarom gebruiken mensen uit naam van geloof geweld?

Slide 1 - Tekstslide

Leenstelsel
Hofstelsel/
Domeinstelsel
Horigen
herendiensten
Economie
Politiek 
Leenheer
Trouw / macht

Slide 2 - Sleepvraag

Leenstelsel
Hofstelsel
Geloof
vazal
Missionaris
Autarkie
Rooms-Katholiek
Geestelijke
Horige
Leenheer

Slide 3 - Sleepvraag

Lees bron 1. Noem een verschil tussen
deze 'moderne' autarkie en
autarkie in de middeleeuwen.

Slide 4 - Open vraag

Lees bron 2.
a. Welke oorzaak geeft de bron voor
het ontstaan van het leenstelsel?
b. Waaruit blijkt dat de kerk ook onderdeel
is van het domeinstelsel?

Slide 5 - Open vraag


Bekijk de afbeelding. Dit is een 19e-eeuwse afbeelding van de Irminsul, een Saksisch heiligdom. Links is Karel de Grote afgebeeld

a. Welk begrip uit hoofdstuk 4 past het beste bij deze bron. Leg je antwoord uit.
b. Waarom vernietigde Karel het heiligdom? Geen twee redenen

Slide 6 - Open vraag

Het hoofdstuk over de Tijd van monniken en ridders heeft als titel " De Franken: geweld en geloof."
Een uitspraak: "Kasteel en klooster spelen een belangrijke rol in de middeleeuwen en staan symbool voor geweld en geloof."
a. Leg uit op welke manier het kasteel een rol speelde bij het geweld in de middeleeuwen.
b. Leg uit op welke manier het klooster een rol speelde bij het geloof in de middeleeuwen.
c. kloosters hadden naast een rol in het geloof ook andere functies. Noem hiervan een voorbeeld.

Slide 7 - Open vraag

Lees de bron.
Is de bron betrouwbaar als je let op de
tijd waarin de bron gemaakt is?
Leg je antwoord uit.

Slide 8 - Open vraag

Van de Franse generaal en president Charles de Gaulle (1890-1970) is de volgende uitspraak over Clovis:
"Voor mij begint de geschiedenis van Frankrijk met Clovis, gekozen als koning van Frankrijk door de stam van de Franken die daarmee hun naam gaven aan Frankrijk. Het belangrijkste element voor mij is dat Clovis de eerste koning was, .........
Maak de zin af
A
..die zich liet dopen en christen werd
B
..die de Merovingen verenigde
C
..die alle Germaanse stammen kon verslaan
D
..die zich door de paus tot keizer liet kronen.

Slide 9 - Quizvraag

Een leerling schrijft in een toets de volgende zin op:
Het feodalisme (=leenstelsel) en het hofstelsel waren twee manieren om het land te besturen.
Hoe kan de leerling zijn antwoord verbeteren?

Kies het beste antwoord.

A
Het feodalisme was een manier om het land te besturen, het hofstelsel was een manier om de grond te bewerken.
B
Het feodalisme werd gebruikt om het land te besturen en het hofstelsel zorgde ervoor dat de domeinen goed werden bestuurd.
C
Het feodalisme was een manier om het land te besturen en het hofstelsel was een manier om de economie van het land te regelen.
D
Het feodalisme en het hofstelsel waren beide systemen waarmee het land werd bestuurd.

Slide 10 - Quizvraag

Dit is een herdenkingsmunt van Pippijn de Korte, uit 1713.
Op de munt staat: ‘Pepin, Roy de France
(Pippijn, koning van Frankrijk).’
Verklaar waarom het opschrift op de munt
historisch gezien niet klopt.

Slide 11 - Open vraag


Bron 1. Beeld uit de 14e eeuw
Bron 2
a. Wie is de man die je op bron 1 ziet en die in bron 2 beschreven wordt?
b. Geef per bron aan of het een directe of indirecte bron is.
c. Welke van deze bronnen is volgens jou het meest betrouwbaar. Leg ook uit waarom je dat vindt.

Slide 12 - Open vraag

We trekken een vergelijking tussen de horigen in de vroege middeleeuwen en de slaven uit de Romeinse tijd.

a. Noem twee overeenkomsten tussen horigen en slaven.
b. Noem een verschil tussen horigen en slaven.

Slide 13 - Open vraag

Hoe ontstond het rijk van de Franken? 
Hieronder staan een aantal gebeurtenissen die te maken hebben met het ontstaan van het rijk. Zet deze gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde van oud naar nieuw ( 1 is het oudst en 6 is het nieuwst). Een paar hebben niet te maken met het ontstaan v/h rijk of zijn onjuist. Zet deze bij nr. 7 neer.
Karel de Grote versloeg de laatste Romeinse keizer en veroverde een groot deel van het vroegere West Romeinse rijk.
Clovis (leider van de Merovingische familie = Frankische stam) weet bijna heel Frankrijk te veroveren. 
Het West-Romeinse Rijk verdwijnt. De Germaanse stammen veroveren de gebieden die eerst van de Romeinen waren.
De zoon van Pippijn de Korte veroverd het hele Merovingische koninkrijk en breid dit zelfs uit met nieuwe gebieden. Hij werd de machtigste koning van de Karolingische familie (vernoemd naar hem). Zijn naam was Karel de Grote.
De hofmeiers van de Merovingische koningen worden rijker en machtiger dan de koning. De hofmeier Pippijn de Korte zet de laatste Merovingische koning af. 
Het koninkrijk werd bestuurd met het feodale stelsel. De Koning was de leenheer en een deel van zijn vazallen werden leenmannen. Op die manier konden ze grote gebieden veroveren en een groot rijk veroveren.
De Romeinen lieten Germaanse stammen toe in hun grensgebieden. In ruil daarvoor moesten deze stammen hun hielpen om de Romeinse grenzen te verdedigen tegen andere volken. De Franken waren één zo'n stam. 
Iedere keer als een Merovingische koning dood ging werd het rijk verdeeld over zijn zoons. Deze waren drukker bezig met vechten tegen elkaar dan tegen vijanden vanuit buiten het rijk. Hierdoor verloren de Merovingische koningen veel macht en rijkdom.

Slide 14 - Sleepvraag

De boeren woonden/werkten op een domein, wat is een domein
A
Gebied van een edelman of klooster
B
Stuk grond van de leenheer
C
Hun eigen grondgebied waar ze dingen op verbouwden
D
Stuk grond van de gemeente

Slide 15 - Quizvraag

De baas van een domein wordt de domeinheer genoemd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.
Noem drie begrippen uit hoofdstuk 4 die bij deze
afbeelding passen. Leg uit waarom je voor deze begrippen
gekozen hebt.

Slide 17 - Open vraag

Bekijk de bron.
Dit is een standbeeld van Willibrord in Utrecht.
In zijn rechterhand houdt hij een Fries kerkje.

a. Leg uit waarom hij een Fries kerkje vast houdt.
b. Leg uit op welke manier de missionarissen te werk
gingen om mensen te bekeren.

Slide 18 - Open vraag

Wat is een missionaris?
A
Iemand die naar andere gebieden trok om mensen te bekeren
B
Iemand die in een kasteel werkte.
C
Iemand die in een ander geloof dan het christendom geloofde
D
Iemand die voor de boeren werkte

Slide 19 - Quizvraag

Clovis was de koning van de ...
A
Visigoten
B
Franken
C
Romeinen
D
Vikingen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is kerstenen?
A
Kerstmis vieren
B
mensen bekeren tot het christendom
C
mensen doden die christen zijn
D
mensen bekeren tot de heidense religies

Slide 21 - Quizvraag

Leg uit waarom Karel de Grote het leenstelsel gebruikte voor zijn bestuur. Ten minste twee goede redenen.

Slide 22 - Open vraag

Geschiedenis is ....
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Hoe goed heb je zelf (zonder het hulp van je ouders? geleerd voor het vak geschiedenis?
0100

Slide 24 - Poll