BS5: Veranderende ecosystemen

Leerdoelen
  1. Je kunt veranderingen in een ecosysteem beschrijven 
  2. Je kunt in een model gegeven informatie over ecosystemen gebruiken, bewerken en analyseren
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  1. Je kunt veranderingen in een ecosysteem beschrijven 
  2. Je kunt in een model gegeven informatie over ecosystemen gebruiken, bewerken en analyseren

Slide 1 - Tekstslide

Goedemorgen!
This is the place to   Bio

Slide 2 - Tekstslide

H5: 
Ecologie
BS 5:
Veranderende ecosystemen

Slide 3 - Tekstslide

Herhalen BS4
  1. Je kunt de voedselrelaties en de informatienetwerken binnen een ecosysteem beschrijven.
  2. Je kunt de energiestroom door een ecosysteem beschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Pioniersoorten
Pioniersoorten zijn soorten die als eerste een gebied koloniseren.

Deze soorten zijn aangepast aan lastige omstandigheden en vormen een pionierecosysteem

Slide 5 - Tekstslide

Successie
De planten houden zand vast en dode plantenresten vormen een voedingsrijke laag humus.

De abiotische factoren worden langzaam gematigder en het ecosysteem gaat over in een nieuw systeem. Deze opeenvolging heet successie.

Slide 6 - Tekstslide

Climaxecosysteem
Bij successie zien we een toename van biomassabiodiversiteit en gelaagdheid (laag- en hoog groeiende planten). 

Climaxecosysteem = eindstadium successie
  • Soortensamenstelling is ongeveer constant
  • NPP = afbraak weefsels; biomassa blijft ongeveer constant
  • Kringloop van stoffen binnen het ecosysteem is gesloten

Slide 7 - Tekstslide

Primaire successie
In gebieden zonder humuslaag

Successie moet vanaf het begin beginnen 

Primaire successie

Slide 8 - Tekstslide

Secundaire successie
Gebieden met humuslaag.
Successie hoeft niet helemaal vanaf het begin te beginnen.
= Secundaire successie


Slide 9 - Tekstslide

Verlanding
Verlanding = vorm van successie waarbij bijv. een plas verandert in een bos op drassige grond (broekbos)

Slide 10 - Tekstslide

Gradiëntecosysteem
Bijv. in de Nederlandse duinen.

Vanaf de zee verder landinwaarts zichtbare gradiënten van successie

Slide 11 - Tekstslide

Indicator soorten
Indicator soort =

Dier of plant, waarvan de aanwezigheid iets zegt over de eigenschappen van het ecosysteem.
Bijv. kokerjuffer = schoon water

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag

VWO: 26 t/m 30


Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt veranderingen in een ecosysteem beschrijven 
  2. Je kunt in een model gegeven informatie over ecosystemen gebruiken, bewerken en analyseren

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide