quiz huishoudkunde

Met welke doek droog je de vaat af?
A
Handdoek
B
Werkdoek
C
Vaatdoek
D
Theedoek
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
Zorg en WelzijnBasisschoolVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolPraktijkonderwijsvmbo lwooLeerroute VLGroep 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Met welke doek droog je de vaat af?
A
Handdoek
B
Werkdoek
C
Vaatdoek
D
Theedoek

Slide 1 - Quizvraag

Wat is dit voor een doek?
A
Vaatdoek
B
Werkdoek
C
Theedoek
D
Handdoek

Slide 2 - Quizvraag

Wat is dit voor een doek?
A
Theedoek
B
Werkdoek
C
Handdoek
D
Vaatdoek

Slide 3 - Quizvraag

Wat is dit voor een doek?
A
Werkdoek
B
Theedoek
C
Handdoek
D
Vaatdoek

Slide 4 - Quizvraag

Wat denk je?

Ken jij de wassymbolen en pictogrammen?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Weet ik niet

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent dit wassymbool:
A
wassen op 30 graden
B
wassen op 40 graden
C
handwassen
D
niet wassen

Slide 6 - Quizvraag

Wat staat er vaak op het kledingetiket?
A
Maat, merk, wasvoorschrift, grondstoffen
B
wasvoorschrift, de naam en plaats van de winkel.
C
katoen, hoe je het moet wassen, het merk
D
symbolen

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent dit wassymbool:
A
Niet drogen in de wasdroger
B
Drogen in de wasdroger
C
Niet wassen in de wasmachine
D
Wassen in de wasmachine

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool?
A
Anti kreukprogramma wassen op 40 graden
B
Droogprogramma op 40 graden
C
Wassen op 40 graden
D
Antikreukprogramma wassen op 60 graden

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Sleepvraag

Wat betekent dit symbool?
A
Wassen op 30 graden
B
Wassen op 60 graden
C
Wassen op 40 graden
D
Wassen op 90 graden

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent dit wassymbool?

A
koud strijken
B
warm strijken
C
heet strijken
D
niet strijken

Slide 12 - Quizvraag

Op welke 3 manieren sorteer je de was?

Slide 13 - Open vraag