paragraaf 1 de inkomensverschillen

Welkom bij Economie
Fijn dat jullie er weer zijn.
 * Ga lekker zitten op je plek
* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes van de telefoontas
* Mobiel staat op vliegtuigstand of staat uit
* Hoofdstuk 4 paragraaf 1 blz. 123
* We gaan zo beginnen ...........
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Economie
Fijn dat jullie er weer zijn.
 * Ga lekker zitten op je plek
* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes van de telefoontas
* Mobiel staat op vliegtuigstand of staat uit
* Hoofdstuk 4 paragraaf 1 blz. 123
* We gaan zo beginnen ...........

Slide 1 - Tekstslide

Primair inkomens
Een primair inkomen ontvang je door met je arbeidskracht of je bezit een bijdrage te leveren aan het productieproces.

  1. Loon
  2. Rente
  3. Huur/Pacht
  4. Winst

Slide 2 - Tekstslide

Primair inkomen

Slide 3 - Tekstslide

Inkomensbronnen
Arbeid 
loon voorbeeld verdient € 2.000,-- per maand.

Bezit
spaargeld op spaarrekening of aandelen.
Voorbeeld € 4.000,-- spaarrekening rente 3%
40 aandelen van € 100,-- per stuk , dividend uitgekeerd € 0,20
Inkomen bezit is dan dat jaar (40 x € 0,20) + (€ 4.000 : 100 x 3) = € 128,--


Slide 4 - Tekstslide

Soorten inkomen
Modaal inkomen =
het meest voorkomende inkomen in ons land.

Minimaal inkomen =
bedrag dat iemand minimaal moet verdienen
(dit is de helft van het modaal inkomen)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Lorenzcurve
  • de Lorenzcurve: een grafiek waarmee je de verdeling van het inkomen in een land zichtbaar maakt.

Slide 7 - Tekstslide

Lorenzcurve

Slide 8 - Tekstslide

Secundaire inkomens
Sommigen krijgen ook een inkomen zonder een directe tegenprestatie te leveren. Dit zijn:
  • Inkomens uit overdrachten:
Zoals een WW- of bijstandsuitkering, kinderbijslag en zorgtoeslag.
Zakgeld is ook een overdrachtsinkomen.
Dit zijn allemaal secundaire inkomens

Slide 9 - Tekstslide

Inkomensverschillen

  • Opleiding (laag of hoog)
  • Veel verantwoordelijkheid
  • Onregelmatig of gevaarlijk werk
  • Bijzondere kwaliteiten ( profvoetballers)
  • Langer of korter werken
  • Meer of minder ervaring

Slide 10 - Tekstslide

Voordelen grote inkomensverschillen
  • Scholieren leren langer
  • Werknemers leveren betere prestaties
  • Mensen met uitkering gaan eerder werken

Slide 11 - Tekstslide

nadelen grote inkomensverschillen
  • Maatschappelijke onrust ontstaan
  • De verschillen in prestatie rechtvaardigen geen grotere verschillen in inkomens. ( Man - Vrouw)

Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen grote inkomensverschillen tussen landen
  • mensen verhuizen naar landen met hogere salarissen
  • bedrijven verhuizen naar landen met lagere loonkosten.

Slide 13 - Tekstslide

Vergrijzing
  • Aandeel ouderen in de maatschappij neemt toe
  • AOW leeftijd omhoog om de AOW betaalbaar te houden.

Slide 14 - Tekstslide

Dus....
  • Vergrijzing = in verhouding meer ouderen dan jongeren
  • Gevolg: pensioen wordt onbetaalbaar! Dus AOW-leeftijd verhogen!
  • Oplossingen: AOW-leeftijd verhogen, uitkeringen verlagen, meer premie betalen, zelf sparen

Slide 15 - Tekstslide

Armoedeval
Verschijnsel dat mensen met een minimumuitkering (=armoede) er bij het aanvaarden van werk er niet op vooruit gaan (in de val zitten)

Hoe bestrijd je dit?
Bestrijden door minimumloon te verhogen en uitkering te verlagen

Slide 16 - Tekstslide

Hoofdstuk 4 paragraaf 1
Maken opdrachten 1, 3, 4, 6, 7, 8, 10 en 11.

Je krijgt 20 minuten de tijd om te maken. Daarna gaan we aantal opdrachten bespreken

Slide 17 - Tekstslide