Verpleegkunde eerste periode leerjaar 1

Oefentoets verpleegkunde 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets verpleegkunde 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekende SMART?

Slide 2 - Open vraag

Je maakt doelen SMART in 5 simpele stappen:
-  specifiek zijn.
-  meetbaar maken.
-  acceptabel voor jezelf en anderen.
-  realistisch uitvoeren.
-  tijdgebonden maken.
Antwoord
Je maakt doelen SMART in 5 simpele stappen:
- specifiek zijn.
- meetbaar maken.
- acceptabel voor jezelf en anderen.
- realistisch uitvoeren.
- tijdgebonden maken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zijn de 11 Gezondheidspatronen van Gordon voor bedoeld?
A
Anamnese, om gegevens te verzamelen
B
Verpleegdoelen op te stelen
C
Diagnose te stellen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op wat het Omahasysteem is en welke vier domeinen er zijn?

Slide 5 - Open vraag

De zorgprofessional brengt de aandachtsgebieden van de cliënt in kaart, verdeeld over 4 domeinen:
het fysiologische domein
het gezondheidsgerelateerde gedragsdomein
het omgevingsdomein
het psychosociale domein 
Antwoord
Een classificatie is een ordening van termen in een logische samenhang. 
Het biedt een gezamenlijke taal waardoor communicatie eenduidiger en duidelijker wordt. Classificaties voor de zorg bieden daarmee een hulpmiddel voor het vastleggen van en communiceren over zorg en hulpverlening aan personen

het fysiologische domein.
het gezondheidsgerelateerde gedragsdomein.
het omgevingsdomein.
het psychosociale domein.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeelden classificatie
Nanda/NIC/NOC
Gezondheidspatronen van Gordon
ICF
Omaha systeem

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onder welk processtap
valt de anamnese

Slide 8 - Woordweb

De te onderscheiden fasen zijn:
fase 1: gegevens verzamelen.
fase 2: de verpleegkundige diagnose(n) vaststellen.
fase 3: de resultaten vaststellen en beschrijven.
fase 4: verpleegkundige interventies plannen.
fase 5: verpleegkundige interventies uitvoeren.
fase 6: evaluatie.
Wat zijn de zes stappen van het zorgproces?

Slide 9 - Open vraag

De te onderscheiden fasen zijn:
fase 1: gegevens verzamelen.
fase 2: de verpleegkundige diagnose(n) vaststellen.
fase 3: de resultaten vaststellen en beschrijven.
fase 4: verpleegkundige interventies plannen.
fase 5: verpleegkundige interventies uitvoeren.
fase 6: evaluatie.
Verpleegkundige interventies (activiteiten) moeten voldoen aan de volgende 2 voorwaarden:
De activiteiten moeten aansluiten bij de doelen en indicaties die zijn gesteld.
De activiteiten moeten passen bij de situatie en omstandigheden van de zorgvrager.
Klopt
klopt niet

Slide 10 - Poll

klopt
SMART en RUMBA is hetzelfde?
Ja
Nee

Slide 11 - Poll

ja, Engels en Nederlandse versie.
Bij welke stap van Methodisch Werken voer je de zorg uit volgens de planning

Slide 12 - Open vraag

Stap 5
Wat is de eerste stap van Methodisch werken?

Slide 13 - Open vraag

Informatie verzamelen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Decubitus?
A
smetplekken
B
doorligplekken
C
huidplekken

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfbelevingspatroon is:
A
godsdienst
B
reflectie
C
positief/negatief zelfbeeld
D
herhaling van belevingen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekende
Florence Nightingale voor de verpleegkunde?

Slide 18 - Woordweb

Ze heeft ervoor gezorgd dat er een opleiding kwam voor verpleegkundigen.
Ze heeft ervoor gezorgd dat er meer aandacht is gekomen voor de hygiëne.
Wat betekend een andere discipline?

Slide 19 - Open vraag

Collega hulpverlener als:
Fysiotherapeut, logopedist, pedicure, diëtiste etc. 
Wat is het verschil tussen nul-eerste en tweede lijs zorg?

Slide 20 - Open vraag

De nulde lijn is de basis gezondheidszorg, het is zorg die er altijd is zonder dat je er om hebt gevraagd. Dat zijn bijvoorbeeld landelijke onderzoeken. Dan controleren ze iedereen vanaf de afgesproken leeftijd als die gene daar behoefte aan heeft. Het is niet verplicht.

Dagbesteding voor verstandelijk beperkten is ook tweede
Eerstelijnszorg wordt gekenmerkt door toegankelijkheid. Zonder verwijzing heeft iedereen toegang tot deze zorg. Onder eerstelijnszorg valt bijvoorbeeld huisartsenzorg, tandartsen en fysiotherapie. 

Tweedelijnszorg is alleen toegankelijk met een verwijzing van de huisarts. Ziekenhuis en specialisten.
Dagbesteding voor verstandelijk beperkten is ook tweedelijszorg.
Antwoord
Onder eerstelijnszorg valt bijvoorbeeld huisartsenzorg, tandartsen en fysiotherapie. 

Tweedelijnszorg is alleen toegankelijk met een verwijzing van de huisarts. Bij dit zorgniveau moet gedacht worden aan medisch specialistische zorg, bijvoorbeeld de zorg in een ziekenhuis.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EPB staat voor
A
Evidence Based Patience
B
Evidence Based Practice
C
Error Based Practice
D
Entered Based Patience

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een anamnese en een hetero anamnese?

Slide 23 - Open vraag

anamnese vraag je de patiënt 

hetero anamnese de omgeving/familie
Zichtbare symptomen
Wat is het probleem?
Wat is de oorzaak?
P
E
S

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruik je een protocol?

Slide 25 - Open vraag

Omdat je dan alles stappen bij langs gaat en niks vergeet.
Antwoord
Richtlijnen en protocollen zijn bedoeld om alle zorgverleners bepaalde handelingen op dezelfde manier te laten uitvoeren, om zo de kwaliteit van de zorg te vergroten en de kans op fouten te verkleinen. 

Geven richtlijnen aan wat gedaan moet worden, protocollen beschrijven vooral hoe dat gedaan moet worden

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de wet BIG?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
De Wet op de Beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) is bedoeld om de kwaliteit van de beroepsuitoefening in de individuele gezondheidszorg te bevorderen en te bewaken en de patiënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaren.

 Daarom staan er in de wet bepalingen over zaken als titelbescherming, registratie, herregistratie, voorbehouden handelingen en tuchtrecht.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een subjectieve en een objectieve observatie?

Slide 29 - Open vraag

subjectief is een mening toevoegen aan een observatie.
Objectief is het benoemen van een observatie zonder mening.
Antwoord
subjectief is een mening toevoegen aan een observatie.
Objectief is het benoemen van een observatie zonder mening.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een verpleegkundige diagnose stel je door een PES uit te werken
Waar
Niet waar

Slide 31 - Poll

waar
Wat zijn de 5xW+H vragen?

Slide 32 - Woordweb

wie
wat 
wanneer
waar
waarom
hoe
Methodisch werken is vanuit de zorgverlener redeneren
waar
onwaar

Slide 33 - Poll

je redeneert altijd vanuit de zorgvrager
Welk doel is SMART geformuleerd?
A
Meneer Jansen wil leren zelf medicijnen innemen
B
Meneer Jansen kan over 6 weken zijn medicijnen zelf innemen
C
De verpleegkundige wil dat meneer Jansen over 12 weken zijn medicijnen zelf kan innemen

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je het beste de behoeftes van een zorgvrager vastleggen?

Slide 35 - Open vraag

Door middel van een zorgplan