OB// Astigmatisme //Les 3 //3DOPT1V scheef ast. en brandlijnenschema

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
OptiekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Quiz (herhaling vorige les)
- Theorie + opdrachten maken over scheef astigmatisme
- Theorie + opdrachten maken over brandlijnenschema

Slide 2 - Tekstslide

Planning periode 1












Dit is een voorlopige planning, deze kan nog wijzigen.
Les/week
Onderwerp
Week 1
Astigmatisch oog, hoornvlies & lensastigmatisme, graad van astigmatisme, verschillende vormen van astigmatisme & verstrooiingsfiguur berekenen
Week 2
Scheef astigmatisme, brandlijnenschema, vuistregel & practicumproef
Week 3
De correctie berekenen (vanuit de oogfout)
Week 4
De correctie berekenen (naar andere h.a.) & Alles onderwerpen van astigmatisme nog een berekenen maar dan zonder vuistregel + proeftoets maken
Week 5
Woe 5 oktober: voortgang boek astigmatisme

Slide 3 - Tekstslide

Week 2
Leerdoelen
Aan het einde van de week kan je:
- het begrip scheef astigmatisme uitleggen.
- brandlijnenschema aflezen.
- plaats brandlijnen uitrekenen en een brandlijnenschema zetten.
- de sferische correctie berekenen.
Theorieboek
- bladzijde 29 tot en met 37.
Huiswerkopdrachten
opdracht tot en met 57.

Slide 4 - Tekstslide

Quizz

Slide 5 - Tekstslide

Astigmatisme veroorzaakt door de ooglens, noemen we ook wel ...
A
uitwendig astigmatisme
B
inwendig astigmatisme
C
scheef astigmatisme
D
gemengd astigmatisme

Slide 6 - Quizvraag

Oefening
Astigmatisme volgens / tegen de regel?




C + .............. as ...........

Slide 7 - Tekstslide

Oefening
Astigmatisme volgens / tegen de regel?




C + .............. as ...........

Slide 8 - Tekstslide

Oefening
Astigmatisme volgens / tegen de regel?




C + .............. as ...........

Slide 9 - Tekstslide

1. Welke vorm van astigmatisme heeft dit oog?
2. Is het volgens of tegen de regel?
3. Wat is de cilindersterkte?

Slide 10 - Open vraag

1. Welke vorm van astigmatisme heeft dit oog?
2. Is het volgens of tegen de regel?
3. Wat is de cilindersterkte?

Slide 11 - Open vraag



Vorm verstrooiingsfiguur
op het netvlies is:
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quizvraag

Vorm verstrooiingsfiguur op het netvlies is:
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quizvraag

Vorm verstrooiingsfiguur op het netvlies is:
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quizvraag

Vorm verstrooiingsfiguur op het netvlies is:
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quizvraag

Welke vorm heeft het verstrooiingsfiguur
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quizvraag

Welke vorm heeft het verstrooiingsfiguur
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quizvraag

Hoe ziet deze persoon het woord astigmatisme?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 18 - Quizvraag

Hoe ziet deze persoon het woord astigmatisme?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 19 - Quizvraag

Hoe ziet een myoop &
hypermetroop het
woord astigmatisme?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 20 - Quizvraag

5,7 mm
g.v.a. X 0,1 mm
g.v.a. X 0,4 mm
5/5,7 x g.v.a. x 0,1
5,7/5 x g.v.a. x 0,1
Formule verstrooiingsfiguur berekenen met pupil 5 mm
Formule verstrooiingsfiguur berekenen (normale pupil)
Normale pupilgrootte

Slide 21 - Sleepvraag

Scheef astigmatisme

Slide 22 - Tekstslide

Scheef astigmatisme
Wat hebben we al besproken:
5 soorten astigmatisme
enkelvoudig myoop astigmatisme
samengesteld myoop astigmatisme
gemengd astigmatisme
samengesteld hypermetroop astigmatisme
enkelvoudig hypermetroop astigmatisme
astigmatisme volgens de regel
hoogste sterkte in de 90 graden
astigmatisme tegen de regel
hoogste sterkte in de 180 graden

Slide 23 - Tekstslide

Scheef astigmatisme
Er zijn ook ogen waarbij de hoofddoorsnede tussen horizontaal en verticaal in ligt.
Tussen de minimale en maximale sterkte zit altijd exact 90 graden.
Bijvoorbeeld 40 en 130 graden, of 52 en 142 graden.

We noemen dit scheef astigmatisme.

Dus naast volgens en tegen de regel, kan je ook te maken hebben met scheef astigmatisme.

Slide 24 - Tekstslide

Scheef astigmatisme
Wanneer de hoofddoorsnede tussen 20 - 70 graden en tussen 110 - 160 graden ligt, noem je dit scheef of schuin astigmatisme.

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 41 tot en met 46.

Slide 26 - Tekstslide

Het astigmatische oog en correctie
Brandlijnenschema

In een brandlijnenschema kun je schematisch weergeven waar de brandlijnen zich bevinden ten opzichte van het netvlies.

Slide 27 - Tekstslide

Brandlijnenschema
Er staan 2 brandlijnen in het schema; één in de 90 en één in de 180 graden.

Aan de hand van het schema kan je afleiden hoe ver de brandlijnen van het netvlies afliggen.

Het netvlies wordt aangegeven met een dubbele rode lijn en de letter N.

Slide 28 - Tekstslide

Brandlijnenschema
Alle brandlijnen die aan de linkerkant van het netvlies liggen, dan liggen de brandlijnen voor het netvlies
In deze richting is het oog myoop.

Dit moet gecorrigeerd worden met negatieve (min) glazen 

Slide 29 - Tekstslide

Brandlijnenschema
Alle brandlijnen die aan de rechterkant van het netvlies liggen, dan liggen de brandlijnen achter het netvlies
In deze richting is het oog hypermetroop.

Dit moet gecorrigeerd worden met positieve (+) glazen.

Slide 30 - Tekstslide

Brandlijnenschema
Ligging verticale brandlijn
g.v.a.x 0,4 
1,0 x 0,4 = 0,4 mm achter het netvlies.

Ligging horizontale brandlijn
0,25 x 0,4 = 0,1 mm vóór het netvlies.

Elk streepje is:
  • 0,25 dpt
  • 1 mm

Slide 31 - Tekstslide

Brandlijnenschema
De getallen 1, 0.6, 0.2 etc. geven de visus aan.

In het brandlijnenschema is visus 1.0 het hoogst haalbare.
In de praktijk kan de eindvisus variëren.
Een gezond oog zou normaal gesproken een visus van 1.0 kunnen halen.

Slide 32 - Tekstslide

Brandlijnenschema
Verstrooiingsfiguur
                g.v.a. x 0,1
breedte = 1 x 0,1 = 0,1 mm
lengte = 0,25 x 0,1 = 0,025 mm 

Slide 33 - Tekstslide

Voorbeeld
Waar liggen de brandlijnen ten opzichte van het netvlies?




Hoe groot is het verstrooiingsfiguur?


Slide 34 - Tekstslide

Maken
Opdracht 47 t/m 50

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht 47

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht 48

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Planning les
- Sferische oogfout berekenen
- Uitleg practicumproef
- Practicumproef uitvoeren

Slide 39 - Tekstslide

Planning periode 1












Dit is een voorlopige planning, deze kan nog wijzigen.
Les/week
Onderwerp
Week 1
Astigmatisch oog, hoornvlies & lensastigmatisme, graad van astigmatisme, verschillende vormen van astigmatisme & verstrooiingsfiguur berekenen
Week 2
Scheef astigmatisme, brandlijnenschema, vuistregel & practicumproef
Week 3
De correctie berekenen (vanuit de oogfout)
Week 4
De correctie berekenen (naar andere h.a.) & Alles onderwerpen van astigmatisme nog een berekenen maar dan zonder vuistregel + proeftoets maken
Week 5
Woe 5 oktober: voortgang boek astigmatisme

Slide 40 - Tekstslide

Week 2
Leerdoelen
Aan het einde van de week kan je:
- het begrip scheef astigmatisme uitleggen.
- brandlijnenschema aflezen.
- plaats brandlijnen uitrekenen en een brandlijnenschema zetten.
- de sferische correctie berekenen.
Theorieboek
- bladzijde 29 tot en met 37.
Huiswerkopdrachten
opdracht tot en met 57.

Slide 41 - Tekstslide

De sferische correctie berekenen
Hoornvlies in beide richtingen dezelfde kromming = sferisch.



Is de kromming in beide hoofdrichtingen anders, dan is het oog astigmatisch.
Het astigmatisme wordt berekent door het verschil tussen beide hoofdsterkten te nemen.

sferische oogfout = laagste oogwaarde in dpt. - ooglengte in dpt.

Slide 42 - Tekstslide

De sferische correctie berekenen
Voorbeeld 1:


Hiernaast zie je een oog met een optische ooglengte van 22,5 mm.
Bij deze ooglengte hoort een brekend stelsel van 60 dpt.

In de 90 graden is het oog +2,0 dpt te sterk.
In de 180 graden is het oog +3,0 dpt te sterk.

Sferische oogfout = 62 - 60 = +2,0 dpt.
sferische oogfout = laagste oogwaarde in dpt. - ooglengte in dpt.

Slide 43 - Tekstslide

Maken
Opdracht 52 t/m 57

Slide 44 - Tekstslide