3. OB // scheef astigmatisme, astigmatisch oog & correctie, sferische correctie

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Oog en brilMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning periode 4












Dit is een voorlopige planning, deze kan nog wijzigen.
Lesweek
Onderwerp
Week 1
Astigmatisch oog, hoornvlies & lensastigmatisme, graad van astigmatisme, verschillende vormen van astigmatisme.
Week 2
Samengesteld myoop, enkelvoudig myoop,  gemengd astigmatisme, enkelvoudig hypermetroop, samengesteld hypermetroop.
Week 3
Scheef astigmatisme, astigmatisch oog & correctie, sferische correctie.
Week 4
Astigmatische oogfout, h.a. verandering, cilinderassen. 
Week 5

Slide 2 - Tekstslide

Week 3
Leerdoelen
Aan het einde van de week kan je:
- het begrip scheef astigmatisme uitleggen.
- het begrip brandlijnenschema uitleggen.
- brandlijnen uitrekenen in een brandlijnenschema.
- de sferische correctie berekenen.
Theorieboek
- bladzijde 31 tot en met 38.
Huiswerkopdrachten
opdracht 41 tot en met 57.

Slide 3 - Tekstslide

1. Welke vorm van astigmatisme heeft dit oog?
2. Is het volgens of tegen de regel?
3. Wat is de cilindersterkte?

Slide 4 - Open vraag

1. Welke vorm van astigmatisme heeft dit oog?
2. Is het volgens of tegen de regel?
3. Wat is de cilindersterkte?

Slide 5 - Open vraag

Astigmatisme wat veroorzaakt wordt door de ooglens, noemen we ook wel ...
A
uitwendig astigmatisme
B
inwendig astigmatisme
C
scheef astigmatisme
D
gemengd astigmatisme

Slide 6 - Quizvraag

Welke vorm heeft het verstrooiingsfiguur?
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Scheef astigmatisme

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 41 tot en met 46.

Slide 9 - Tekstslide

Brandlijnenschema
In een brandlijnenschema kun je schematisch weergeven waar de brandlijnen zich bevinden t.o.v. het netvlies.

Het netvlies wordt aangegeven met een dubbele rode lijn en de letter N. 

Slide 10 - Tekstslide

Brandlijnenschema






Licht de brandlijn aan de linkerkant van het netvlies, dan ligt de brandlijn vóór het netvlies en is in die richting myoop.
Dit moet gecorrigeerd worden met een negatieve sterkte.

Slide 11 - Tekstslide

Brandlijnenschema






Licht de brandlijn aan de rechterkant van het netvlies, dan ligt de brandlijn achter het netvlies en is in die richting hypermetroop.
Dit moet gecorrigeerd worden met een positieve sterkte.

Slide 12 - Tekstslide

Brandlijnenschema






In het brandlijnenschema hierboven ligt de horizontale brandlijn 0,1 mm voor het netvlies.
De brandlijn in de 180 wordt veroorzaakt door de sterkte in de 90.
Elke 0,1 mm = 0,25 dpt.
Het oog heeft in de 90 graden dus een sterkte van +60,25 dpt.

Slide 13 - Tekstslide

Brandlijnenschema






In het brandlijnenschema hierboven ligt de verticale brandlijn 0,4 mm achter het netvlies.
De brandlijn in de 90 wordt veroorzaakt door de sterkte in de 180.
Elke 0,1 mm = 0,25 dpt.
Het oog heeft in de 180 graden dus een sterkte van +59 dpt.

Slide 14 - Tekstslide

Brandlijnenschema






In het brandlijnenschema is visus 1.0 de hoogst haalbare eindvisus (= gezichtsscherpte).
Dit kan in de praktijk anders zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Brandlijnenschema






verstrooiingsfiguur:
Sterkte 90 =  +60,25 dpt             lengte = 0,25 x 0,1 = 0,025 mm
Sterkte 180 = +59 dpt                  breedte = 1 x 0,1 = 0,1 mm

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Kijk naar het brandlijnenschema:





a) Hoe ver liggen de brandlijnen van het netvlies?
b) Bereken het verstrooiingsfiguur.
c) Teken het verstrooiingsfiguur.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 47 tot en met 50.

Slide 18 - Tekstslide

Sferische correctie berekenen
Wanneer het hoornvlies in beide richtingen dezelfde krommingen heeft, spreken we over een sferische oogfout
Is de kromming van de ene hoofdrichting anders gekromd dan van de andere hoofdrichting, dan heeft oog ook astigmatisme
sferische oogfout = laagste oogwaarde (dpt) - ooglengte (dpt)

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Hiernaast zie je een oog met een optische ooglengte van 22,5 mm.
Hierbij hoort een brekend stelsel van 60 dpt.

Bereken de sferische sterkte.

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld 3
Hiernaast zie je een oog met een optische ooglengte van 22,5 mm.
Hierbij hoort een brekend stelsel van 60 dpt.

Bereken de sferische sterkte.

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 52 tot en met 57.

Slide 22 - Tekstslide