Oefenen voor de toets
Hoe noemen we de twee laatste ijstijden?
1 / 24
Onderdelen in deze les
Hoe noemen we de twee laatste ijstijden?
Slide 1 - Open vraag
Het Pleistoceen bestaat onder meer uit het Saalien, Weichselien en het Holoceen. Leg uit of deze uitspraak wel of niet klopt.
Slide 2 - Open vraag
In de Laatste ijstijd...
A
Bereikte het ijs Nederland.
B
Ontstonden er gletsjers in het noorden van Nederland
C
Was het wel koud maar bereikte het ijs NL niet.
D
Was de hele Noordzee bedekt met ijs
Slide 3 - Quizvraag
Waardoor steeg de zeespiegel in het Holoceen?
A
De temperatuur daalde en de zeespiegel steeg
B
De temperatuur steeg en het zee-ijs smolt
C
De temperatuur daalde en het landijs breidde uit
D
De temperatuur steeg en het landijs smolt
Slide 4 - Quizvraag
De zeespiegel stijgt met 3 meter, de bodem van het land daalt 1,5 meter. Hoeveel bedraagt de absolute en relatieve zeespiegelstijging?
A
absoluut 4,5 relatief 1,5
B
absoluut 1,5 relatief 4,5
C
absoluut 3 relatief 4,5
D
absoluut 3 relatief 1,5
Slide 5 - Quizvraag
Op de afbeelding is transgressie te zien tussen afbeelding B en C
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Waar in de figuur vind je het grofste zand?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 7 - Quizvraag
Welke uitspraak is juist?
A
Keileem komt niet in Zuid-Limburg voor
B
Keileemkoppen zijn hoger dan stuwwallen
C
Loss is een grondsoort die in Nederland overal voorkomt
D
Tijdens de Saale -ijstijd hebben de RIjn en de maas een andere richting gekregen, van het oosten naar het noorden.
Slide 8 - Quizvraag
Je ziet op de afbeelding het huidige regiem van de Rijn. a. Hoe verschilde het regiem van de Rijn tijdens de
ijstijden van het huidige regiem van de Rijn
b Waardoor kwam dat?
ijstijden van het huidige regiem van de Rijn
b Waardoor kwam dat?
Slide 9 - Open vraag
In welk landschap kunnen we terpen vinden?
A
Stuwwallenlandschap
B
Zandlandschap
C
Zeekleilandschap
D
Rivierkleilandschap
Slide 10 - Quizvraag
2 redenen voor transgressie
A
smeltende ijskappen
minder verdamping
B
smeltende ijskappen
bodemdaling
C
minder verdamping
bodemdaling
D
transgressie is fake news
Slide 11 - Quizvraag
Kustontwikkeling sinds 5850 jaar geleden
Slide 12 - Sleepvraag
Welk begrip hoort bij; ''Nadat de zee grote delen van het Hollandveen had weggeslagen, werden de overgebleven stukken land in Noord- en Zuidwest-Nederland bij overstromingen weer bedekt met dit materiaal.''
A
Oude zeeklei
B
Basisveen
C
Hollandveen
D
Jonge zeeklei
Slide 13 - Quizvraag
Is het natuurgebied De Veluwe, bij Arnhem, ook ontstaan door de IJstijd? Leg je antwoord uit.
Slide 14 - Open vraag
Hoe zijn de stuwwallen in Nederland ontstaan?
Slide 15 - Open vraag
Wat zijn de kenmerken van een droogmakerij?
A
Boven de zeespiegel en kleigrond
B
Boven de zeespiegel en veengrond
C
Onder de zeespiegel en kleigrond
D
Onder de zeespiegel en veengrond
Slide 16 - Quizvraag
Wat voor polder is een droogmakerij?
A
polder a
B
polder b
C
polder c
Slide 17 - Quizvraag
Waarom werden er in veengebieden sloten gegraven?
A
Om turf te steken
B
voor goederentransport per boot
C
Om drinkwater in op te slaan
D
Om water af te voeren en land droog te leggen
Slide 18 - Quizvraag
A
Zeekleilandschap
B
Veenlandschap
C
Zandlandschap
D
Lösslandschap
Slide 19 - Quizvraag
A
Zeekleilandschap
B
Veenlandschap
C
Zandlandschap
D
Lösslandschap
Slide 20 - Quizvraag
A
Zeekleilandschap
B
Veenlandschap
C
Zandlandschap
D
Lösslandschap
Slide 21 - Quizvraag
Leg het verband uit tussen de bevolkingsgroei na het jaar 1000 en het ontginnen van gebieden.
Slide 22 - Open vraag
Omschrijf in je eigen woorden hoe een kwelder ontstaat
