B&L Leereenheid 5 - Organisatie

B&L Leereenheid 5
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
SportMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

B&L Leereenheid 5

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
1. Functie van organiseren
2. Opstelling
3. Organisatie van het Spel
4. Differentiatie


Slide 2 - Tekstslide

Wat versta jij onder Organiseren?

Slide 3 - Woordweb

Organiseren
De elemententijd, ruimte, materiaal, de groep en jezelf als lesgever, in de les zodanig regelen, dat er een goed lopend geheel ontstaat

Slide 4 - Tekstslide

Functies van organiseren
  • Veiligheid > bijvoorbeeld onjuiste hulp, slechte landingsplaatsen en chaotische organisatie. Zorg voor veiligheidsmaatregelen!!!
  • Intensiteit > veel bewegen, kleine groepjes, fase motorisch leerproces
  • Doelmatig  > doel beter bereikbaar

Slide 5 - Tekstslide

Didactisch model van Van gelder

Slide 6 - Tekstslide

Opstelling
Bepaalde organisatie van de lesgever, deelnemers en materiaal.
De plaats van de lesgever ten opzichte van de deelnemers dient goed te worden aangegeven. 

Slide 7 - Tekstslide

Opstellingen starten, aanpassen en veranderen
1.  Het komen tot een opstelling
2. Het aanpassen van een opstelling
3. Het veranderen van een opstelling

Slide 8 - Tekstslide

Het komen tot opstellingen:
  • Welke opstelling je wenst te maken
  • Hoe je deze opstellingen maakt of indeelt
  • Welke instructies je moet geven aan de deelnemers om tot de gewenste opstelling te komen
  • Bedoeling is van deze opstelling en wat de deelnemers moeten doen
  • Wat de deelnemers moeten doen als ze geen opdracht moeten uitvoeren of al klaar zijn

Slide 9 - Tekstslide

Welke (organisatie)opstellingen kun jij benoemen?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Opstellingen
Het aanpassen van opstellingen:
- Als het niet veilig, intensief of doelmatig is
- Alles controleren!
Het veranderen van opstellingen:
- Van de ene bewegingsvorm naar de andere bewegingsvorm
- Wat gebeurt hier tussen? Hoe organiseer je dit, wat moet je zeggen etc.




Slide 14 - Tekstslide

Verplaats niet zelf het materiaal, maar laat het doen !!!
Wat zijn hier de voordelen van??

Slide 15 - Tekstslide

6W's
W
VRAAG
Wie?
Wie moet de opdracht uitvoeren?
Wat?
Wat moeten ze doen?
Waar?
Waar moet het gebeuren?
Wanneer?
Op welk tijdstip moet dit gebeuren?
Waarlangs?
Langs welke weg, lijn, baan moet de opdracht worden uitgevoerd?
Wat daarna?
Wat moet je doen als je klaar bent?

Slide 16 - Tekstslide

Organisatiemomenten
  • Lesvoorbereiding
  • Vlak voor de les
  • Start van de les
  • Tijdens de les
  • Einde van de les
  • Na de les
  • Lees de tips in het boek goed door, om dit goed te regelen in je les!!!

Slide 17 - Tekstslide

Differentatie

Slide 18 - Tekstslide

Differentatie
Op eigen niveau laten werken
2 manieren om te differentiëren:
- Organisatie aan te passen (organisatorische differentiatie)
- Bewegingsvorm aan te passen (inhoudelijke differentiatie, leereenheid bewegingsvormen)

Slide 19 - Tekstslide

Organisatorische differentiatie

- Hoger/lager
- Smaller/breder
- Wie weet er nog meer?

Voorbeeld

Situatie I → smash over laag gedeelte van het net
Situatie II → smash over dameshoogte
Situatie III → smash over herenhoogte
Wie weet er nog een voorbeeld?

Slide 20 - Tekstslide

Organisatie van het spel
  • Organisatie van spel(vormen): moet strak en duidelijk gebeuren!
  • Zo weinig mogelijk tijd verloren gaan
  • Materiaal en speelveld van tevoren klaar staan
  • Spelmateriaal op een centraal punt klaarliggen

Slide 21 - Tekstslide

Organisatie van het spel
Te verdelen in:

  1. Organisatie voor het spel
  2. Organisatie tijdens het spel
  3. Organisatie na het spel


Slide 22 - Tekstslide

Organiseren van een les heeft te maken met:
A
Ruimte en tijd
B
Ruimte, tijd en materiaal
C
Ruimte, materiaal, tijd en leeftijd
D
Ruimte, lesgever, tijd en materiaal

Slide 23 - Quizvraag

Wat is geen organisatievorm?
A
Frontrij
B
Halve cirkel
C
U-vorm
D
Netflix-zit

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer heb je organisatie momenten?
A
Lesvoorbereiding
B
Vlak voor de les
C
Einde van de les
D
Allemaal goed

Slide 25 - Quizvraag

Leg in eigen woorden uit wat differentiëren is:

Slide 26 - Open vraag