thema 4 b3

Basisstof 3: Beenverbindingen
Thema 4: stevigheid en beweging 
 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 3: Beenverbindingen
Thema 4: stevigheid en beweging 
 

Slide 1 - Tekstslide

Planning van de les
-Absenties 
-Terugblikken op de vorige les 
-Lesdoelen bespreken
-Uitleg theorie 
-Aan de slag
-Controleren of de lesdoelen zijn behaald.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblikken op de vorige les:
QUIZZ

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

-Kunnen jullie 4 beenverbindingen beschrijven. 
-Kunnen jullie de bouw van een gewricht beschrijven. 
-Kunnen jullie het verschil tussen een kogelgewricht en scharniergewricht benoemen. 

Slide 4 - Tekstslide

Botten kunnen op 4 manieren verbonden zijn met elkaar:
-Vergroeid
-Met een naad
-Met kraakbeen
-Met een gewricht

Slide 5 - Tekstslide

Zonder beweging

  • Vergroeid: wervels bij je  heiligbeen en staartbeen

  • Naden: tussen de schedelbeenderen 

Hier is geen beweging mogelijk.



Slide 6 - Tekstslide

Fontanellen 
-In je eerste levensjaren zit er nog ruimte tussen je schedelbeenderen, zo'n ruimte noem je een fontanel
-Als deze dichtgroeien ontstaan naden. 


Slide 7 - Tekstslide

Met beweging

  • Kraakbeen: buigzaam 
- wervelkolom: rug buigen
- ribben en borstbeen: borstkas groter en kleiner 




Slide 8 - Tekstslide

Bouw van een gewricht
-Gewricht: verbinding tussen twee botten

-Gewrichtskogel beweegt in de gewrichtskom 


Slide 9 - Tekstslide

Bouw van een gewricht
  • Kraakbeen: voorkomt slijtage 
  • Gewrichtskapsel: geeft gewrichtssmeer af + houdt botten op hun plaats
  • Kapselbanden: houdt botten op hun plaats
  • Gewrichtssmeer: stroperige vloeistof;  botten kunnen soepel bewegen (denk aan smeervet) 


Slide 10 - Tekstslide

Twee typen gewrichten

  • Kogelgewricht: verschillende richtingen mogelijk
voorbeeld: schouder 

  • Scharniergewricht: heen en terug beweging 
voorbeeld: vingerkootjes

Slide 11 - Tekstslide

Beenverbindingen met voorbeeld:

Slide 12 - Tekstslide

Opbouw gewrichten

Slide 13 - Tekstslide

Opbouw gewrichten
(moet je kennen)

Slide 14 - Tekstslide

Typen gewrichten

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

kogelgewricht

Slide 17 - Tekstslide

scharniergewricht

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Aan de slag



-Thema 4: stevigheid en beweging 
-Basisstof 3: beenverbindingen
-Opdracht 1 t/m 8 

Zelfstandig in stilte

Slide 22 - Tekstslide

Zijn de lesdoelen behaald?
Quizz

Slide 23 - Tekstslide

De vier typen beenverbindingen zijn..
A
Vergroeid, naad, fontanel, gewricht
B
Vergroeid, naad, kraakbeen, gewricht

Slide 24 - Quizvraag

Succes !
vergroeiiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 25 - Sleepvraag

Sleep de verbindingen naar de juiste plaats.

Heel beweeglijk

Beetje beweeglijk
Niet beweeglijk
Naadverbinding
Gewricht
Kraakbeen
Vergroeid

Slide 26 - Sleepvraag


vergroeing

naden
Gewricht
kraakbeen
1
2
3
4
5
6
7

Slide 27 - Sleepvraag

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen

Slide 28 - Quizvraag

Al je botten in je lichaam vormen samen ...?
A
de schedel
B
het beenderstelsel of het skelet
C
de wervels
D
het bekken

Slide 29 - Quizvraag

Waar kan je lichaam door
bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren

Slide 30 - Quizvraag

Wat wordt er beschermd door onze borstkas?
A
Maag en nieren
B
Hart en longen
C
Hersenen
D
Darmen en maag

Slide 31 - Quizvraag

Welke functies heeft ons skelet?
A
Vormgeven, bescherming en stevigheid
B
Vormgeven, stevigheid en beweging
C
Beweging, vormgeven, stevigheid en bescherming

Slide 32 - Quizvraag


Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 33 - Quizvraag

Noem eens een ander woord voor botten?
A
Skelet
B
Beenderen
C
Geraamte

Slide 34 - Quizvraag


Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad 2 = ribben
B
1 = sleutelbeen 2 = schouderblad
C
1 = schouderblad 2 = sleutelbeen
D
1 = ribben 2 = sleutelbeen

Slide 35 - Quizvraag

Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?
A
Staartbeen
B
Wervelkolom
C
Lendenwervels
D
Heiligbeen

Slide 36 - Quizvraag

Zorgt kalk of lijmstof voor stevigheid?
A
Kalk
B
Lijmstof

Slide 37 - Quizvraag

Door lijmstof breekt een bot makkelijk.
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Wie heeft het meeste lijmstof?
A
Ouderen
B
Volwassenen
C
Tieners
D
Baby's

Slide 39 - Quizvraag

Huiswerk
Thema 4 basisstof 3: beenverbindingen
 opdracht 1 t/m 8 




Slide 40 - Tekstslide