3H H9 Rekenen met variabelen §9.2

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat weet je over breuken?

Hoe vereenvoudig je onderstaande breuk?

1. ​28a​​36a​2​​​​=​7​​9a​3​​​​
2. ​28a​​36a​2​​​​=​7​​9a​​
3. ​28a​​36a​2​​​​=8a
4. ​28a​​36a​2​​​​=1.5a​2​​

Vandaag en deze week

• Rekenen met exponenten 
• Controleren of twee formules hetzelfde zijn
•  §9.2: 13, 14, 15 (huiswerk donderdag)
• §9.2: 16, 18, 19, 20 (huiswerk vrijdag)
• §9.3 behandelen we op vrijdag 
• §9.3: 24, 25, 26 (lesuur 1)
• §9.3: 27, 29 (lesuur 2)

Online 

• Lees de theorie goed door en start met de opgaven
• §9.2: 13, 14, 15 op blz. 58/59 (huiswerk donderdag)
• Je werkt in een groepje van 3
• Extra hulp nodig? Stel een vraag via de aangewezen leerling in de klas 

Lokaal

• Je luistert naar de instructie van de docent
• Je schrijft notities op
• Je start met de opgaven van §9.2: 13, 14, 15 op blz. 58/59 (huiswerk donderdag) 

2​4​​⋅2​6​​⋅2=

2​11​​

3​x​​⋅3​7​​=

3​x+7​​

(3​x​​)​7​​

3​7x​​

5​a​​⋅5​3a​​⋅5​4a​​=

5​8a​​

2⁴ * 2⁶ * 2 = 

5^a * 5^3a * 5^4a = 

2¹¹

3^7x

5^8a

3^x * 3⁷ = 

3^x+7

(3^x)⁷=

Verzin zelf een som met antwoord die past bij de rekenregel met de haakjes. Je kunt ^ gebruiken voor de exponent, dus bijv. 2^5.

Je kunt de volgende rekenregels toepassen

g​a​​⋅g​b​​=g​a+b​​

(g​a​​)​b​​=g​a⋅b​​

​g​b​​​​g​a​​​​=g​a−b​​

Ik kan de vermenigvuldig rekenregel bij machten toepassen

g​a​​⋅g​b​​=g​a+b​​

ja, uit mijn hoofd

nee

ja, met behulp van het boek

Ik kan de deel rekenregel bij machten toepassen

g​a​​⋅g​b​​=g​a+b​​

ja, uit mijn hoofd

nee

ja, met behulp van het boek

Ik kan de haakjes rekenregel bij machten toepassen

g​a​​⋅g​b​​=g​a+b​​

ja, uit mijn hoofd

nee

ja, met behulp van het boek

Aan de slag met opdrachten 13, 14 en 15 op blz 58-59

• Klaar? Controleer je tussenstappen met behulp van het digitale uitwerkingenboek via magister leermiddelen.
• Vragen? Vinger in de lucht. Uitleg via 'tv'.