Les 2 formuleren (de - en het-woorden)

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en begin aan de startopdracht.
Startopdracht: lees in je leesboek
- Lesboek Nieuw Nederlands
- Leesboek
- Schrift en pen
timer
15:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en begin aan de startopdracht.
Startopdracht: lees in je leesboek
- Lesboek Nieuw Nederlands
- Leesboek
- Schrift en pen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jeugdjournaal
Bedenk 2 inhoudelijke vragen
(waarop je zelf het antwoord ook weet)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
1. Lesdoel en mededelingen
2. Terugblik
3. Formuleren
4. Aan de slag
5. Huiswerk en evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mededelingen
Zijn er dingen die ik moet weten? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Werkwoordspelling

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Ik kan volledige zinnen maken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formuleren
Blz. 214
- Elke zin heeft een onderwerp en een persoonsvorm.
- Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met en leesteken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk bespreken
Opdr. 1 t/m 5 van blz. 214-215

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Ik kan bepalen of een zelfstandig naamwoord het lidwoord de of het krijgt.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoorden-estafette
- Linkerhand is ' de '
- Rechterhand is ' het '

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken van de opdracht
Wanneer gebruik je de en wanneer gebruik je het? 

Slide 12 - Tekstslide

Makkelijke woorden
De stoel
Het huis
De auto
Het boek
De lamp
Het kind
De appel
Het dier
Grappige of onverwachte woorden
Het ruimteschip
De sok
Het spook
De wc-bril
Het konijn
De zombie
Het monster
Uitdagendere woorden
De liefde
Het gedicht
De televisie
Het probleem
De verrassing
Het geheim
De- en het-woorden
Blz. 216
- De-woorden zijn mannelijk of vrouwelijk
- Het-woorden zijn onzijdig
- Bij de-woorden gebruik je deze en die
- Bij het-woorden gebruik je dit en dat

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
- Werk in stilte
- Maak: opdr. 2 t/m 6 van blz. 216-217
- Vragen? Steek je vinger op
 - Klaar? Werk in Numo aan je taak.
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Opdr. 2 t/m 6 van blz. 216-217

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Ik kan bepalen of een zelfstandig naamwoord het lidwoord de of het krijgt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Wat heb je geleerd deze les?
Wat ging er goed?
Wat kan beter?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies