Geüniformeerde beroepen
1 / 21
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke organen blijven gezond door voldoende te bewegen
A
longen, spieren, lever
B
spieren, hart, maag
C
longen, spieren, hart
D
hart, lever, darmen
Slide 2 - Quizvraag
Na hoeveel minuten moet je je hartslag onder controle hebben bij een goede conditie
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 3 - Quizvraag
Je hartslag meet je door ....
A
15 seconden te meten en dan met 4 vermenigvuldigen
B
10 seconden te meten en dan met 5 vermenigvuldigen
C
15 seconden te meten en dan met 3 vermenigvuldigen
Slide 4 - Quizvraag
Je hartslag meet je door ....
A
15 seconden te meten en dan met 4 vermenigvuldigen
B
10 seconden te meten en dan met 5 vermenigvuldigen
C
15 seconden te meten en dan met 3 vermenigvuldigen
D
10 seconden te meten en dan met 4 vermenigvuldigen
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel meter moet een jongen van 18 jaar kunnen afleggen met de coopertest (12 minuten)
A
1800 meter
B
2000 meter
C
2200 meter
D
2400 meter
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel calorieën verbrandt je ongeveer bij 6 uur slapen?
A
180 calorieën
B
300 calorieën
C
420 calorieën
D
540 calorieën
Slide 7 - Quizvraag
Krachttraining
Duurtraining
Intervaltraining
Basketbal
Lange afstandlopen
Gewichtheffen
Slide 8 - Sleepvraag
Wat hoort niet thuis in de schijf van 5
A
Melk
B
Witte boterham
C
Ongezouten noten
D
Wortels
Slide 9 - Quizvraag
Je ziet een verdacht persoon lopen, het zal wel weer een allochtoon zijn. Je wordt nu beïnvloed door?
A
Afstand
B
Boosheid
C
Duisternis
D
Vooroordelen
Slide 10 - Quizvraag
Je ziet een verdacht persoon lopen, het zal wel weer verdomde crimineel zijn waar je je tijd aan moet verdoen. Je wordt nu beïnvloed door?
A
Afstand
B
Boosheid
C
Duisternis
D
Vooroordelen
Slide 11 - Quizvraag
Het volledige waarnemingsgebied is
A
3 graden
B
45 graden
C
180 graden
D
360 graden
Slide 12 - Quizvraag
Het scherpe waarnemingsgebied is
A
3 graden
B
45 graden
C
180 graden
D
360 graden
Slide 13 - Quizvraag
Een voorbeeld van objectieve observatie is:
A
Frits heeft tussen de middag 2 boterhammen met jam gegeten
B
Mevrouw is chagrijnig ik denk dat hij pijn heeft
C
Die meneer eet slecht die is vast moe
D
Jan huilt hij is vast verdrietig omdat zijn verkering uit is
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen een vooroordeel en een stereotypen
A
Een vooroordeel gaat over een persoon
B
Een stereotypen is een vaste omschrijving van een groep mensen
C
Een vooroordeel gaat over een hele groep
Slide 15 - Quizvraag
Het bellen naar de brandweer bij een brand is een voorbeeld van
A
preventie
B
repressie
Slide 16 - Quizvraag
Je loopt als BOA rond in het centrum is een voorbeeld van
A
preventie
B
repressie
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een eenzijdig communicatiemiddel
A
Telefoon
B
Megafoon
C
Intercom
D
Portofoon
Slide 18 - Quizvraag
Welk communicatiemiddel gebruik je als politie onderling
A
Telefoon
B
Megafoon
C
Intercom
D
Portofoon
Slide 19 - Quizvraag
Een gezette man van 1m78 is een voorbeeld van
A
primaire kenmerken
B
secundaire kenmerken
C
opvallende kenmerken
Slide 20 - Quizvraag
De meeste inbraken vinden 's avonds plaats aan de achterkant
A
Juist
B
Onjuist
