Feesttenten

Werkwoorden vervoegen - haben, sein & werden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Werkwoorden vervoegen - haben, sein & werden

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie al over werkwoorden vervoegen?

Slide 2 - Open vraag

Duitse regelmatige werkwoorden
Alle Duitse regelmatige werkwoorden krijgen dezelfde uitgangen bij de persoonlijk voornaamwoorden
Ezelsbruggetje: (Fe)esttenten


Slide 3 - Tekstslide

Ich
Du
Er/Sie/Es
Wir
Ihr
sie/Sie
-en
-t
-e
-st
-en
-t

Slide 4 - Sleepvraag

Haben, sein & werden

Haben, sein & werden zijn twee Duitse werkwoorden die onregelmatig zijn en deze twee rijtjes moet je uit je hoofd leren.
Je komt (vormen van) deze werkwoorden overal tegen.

Slide 5 - Tekstslide

Ik ken de vormen van haben, sein & werden al
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Komen ze bekend voor?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de juiste werkwoordsvorm?
Ich (haben) zwei Geschwister.
A
habe
B
hat
C
hast
D
habt

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de juiste werkwoordsvorm?
Wer (sein) du?
A
bin
B
ist
C
bist
D
seid

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste werkwoordsvorm?
Ihr (sein) in der Schule.
A
sind
B
sein
C
bist
D
seid

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn de juiste werkwoordsvormen?
Wir (sein) zu Hause und (haben) Hunger.
A
sein, haben
B
sind, haben
C
sein, habt
D
sind, habt

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de juiste werkwoordsvormen?
Ich (sein) froh, dass ihr da (sein).
A
bist, sind
B
sind, ist
C
bin, seid
D
sein, bin

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de juist werkwoordsvormen?
Roos (sein) 15 Jahre alt und (haben) einen Hund.


A
bist, habt
B
ist, hat
C
seid, hast
D
bin, haben

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de juiste werkwoordsvorm?
Ich (werden) im März 14 Jahre alt.
A
wirst
B
wird
C
werde
D
werdet

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste werkwoordsvorm?
Wir (werden) bald in den Urlaub fahren.
A
werdet
B
werden
C
wird
D
werde

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste werkwoordsvorm?
Du (werden) es schaffen!
A
wird
B
wirt
C
werde
D
wirst

Slide 19 - Quizvraag

Ik heb alle stof van vandaag begrepen
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll