4v2-Woordenschat Op niveau blok 1 & 2

Donderdag 11 januari 2024
Aan het einde van de les:

  • weet je welke woordraadstrategieën er ook alweer zijn
  • heb je (een deel van) woordenschat van blok 1 en 2 van Op Niveau gemaakt (blok 1 opdracht 1 &2 en blok 3 opdracht 1 t/m 3)

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Donderdag 11 januari 2024
Aan het einde van de les:

  • weet je welke woordraadstrategieën er ook alweer zijn
  • heb je (een deel van) woordenschat van blok 1 en 2 van Op Niveau gemaakt (blok 1 opdracht 1 &2 en blok 3 opdracht 1 t/m 3)

Slide 1 - Tekstslide


  • Info
  • Uitleg Woordenschat
  • Opdracht Woordenschat maken
  • Vragen?
  • Verder werken
  • Afsluiting
Info
Deze week gaan we aan de slag met Woordenschat.

Hoe gaat het met het lezen van je boeken? 

Uitleg recensie schrijven over: Efter/ Toen kwam moeder met een mes/ Medeka en de opdracht over de vier gelezen boeken aan het einde van het jaar.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide


Mijn nieuwe collega is zeer innovatief! Een verademing, want zijn voorganger was weinig vernieuwend.

Slide 3 - Open vraag


Heb je abusievelijk de verkeerde opdracht ingeleverd, of heb je het met opzet gedaan? 

Slide 4 - Open vraag


We staan vroeg op en kunnen bijgevolg op tijd vertrekken.

Slide 5 - Open vraag


Die viroloog is erg mediageniek

Slide 6 - Open vraag


Shell handelt volgens de accountant niet in overeenstemming met hun eigen klimaatdoelen.

Slide 7 - Open vraag

Je kunt dus:

  • Op zoek gaan naar een synoniem
  • Kijken of je een antoniem ziet
  • Het woord afleiden uit context of zinsverband
  • Kijken of je een deel van het woord kent
  • Naar het plaatje kijken

Maar wat als dit allemaal niets oplevert? 

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak  opdracht 1 en 2 (woordenschat blok 1, blz. 9...) af.
Klaar? 
Maak opdracht 1 t/m 3 (woordenschat blok 2, blz. 83 & 84).
(Het lijkt meer dan het is. ;))
= huiswerk voor dinsdag 16 januari.

Slide 9 - Tekstslide

Afronden
  • Wie kan minimaal 4 woordraadstrategieën opnoemen? 
  • Zorg dat je voortaan dus je boek voor Nederlands bij je hebt, anders kun je je gaan melden bij het WLC en een uur nakomen (met boek).  
  • Neem ook je leesboek weer mee. Ik wil weer de eerste 10 minuten gaan lezen af en toe. 
  • Tip leg Op Niveau in je kluisje! 

Slide 10 - Tekstslide

Omschrijf één van de woorden zonder het woord zelf te gebruiken. De rest raadt: om welk woord gaat het? 
emotioneel
ideëel
altruïsme
bijgevolg
abstract
homogeen
collectief
objectief
leek
impliciet
impliciet
individueel
neologisme
labiel
restitutie
archaïsme

Slide 11 - Tekstslide

Schrijfopdrachtje
  • De woorden in context plaatsen helpt om ze te onthouden.
  • Je doet individueel of in tweetallen een korte schrijfopdracht.
  • Als je er niet uitkomt, vraag je het aan mij.
  • Je hebt maximaal 10 minuten.
  • Als de opdracht klaar is, vraag ik een paar lln om de tekst voor te lezen. 
  • Als je snel klaar bent, kijk je of je nog wat extra woorden in je tekst kunt verwerken.
  • Schrijf een korte tekst en verwerk daarin een aantal woorden van de lijst. Je mag kiezen uit een dialoog of een kort verhaaltje. Je mag het alleen doen, of met zijn tweeën.



Slide 12 - Tekstslide

Schrijf alleen of in tweetallen een korte dialoog tussen twee  personen over een probleem  (ruzie, roddel, iets kwijt, etc.). Gebruik 10 van de 15 woorden en uitdrukkingen:  kampen met, sarcastisch, minimaal, subtiel, dweilen met de kraan open, theatraal, op het verkeerde been zetten, in principe, genoegzaam,  sociaal voelend, assertief, grasduinen, manipulatie, opinie, tsunami
Beschrijf alleen of in tweetallen een dag in het leven van een ding (bijv. een telefoon, een pinpas, een schoen, etc.). Gebruik 10 van de 15 woorden en uitdrukkingen:
expliciet, anekdote, aanbeveling, emotioneel stabiel, energiek, desalniettemin, flexibel, claimen, opponent, zich het hoofd breken over, irreëel, illegaal, in een vloek en een zucht, alert, kwalitatief

Slide 13 - Tekstslide