In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Thema 5 Waarneming, gedrag en regeling
Thema 5 - waarneming, gedrag en regeling
Mw. de Koning
1VWO 19/20
Slide 1 - Tekstslide
Vragen over huiswerk BS 3 Zien?
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de blinde vlek?
Slide 3 - Open vraag
BS 4 Het zenuwstelsel
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Zenuwstelsel
Zenuwen verbinden zintuigen met het centrale zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel: ruggenmerg en hersenen.
Slide 6 - Tekstslide
Ruggenmerg
Het ruggenmerg is gevuld met zenuwweefsel.
Het verzorgt de verbinding tussen de hersenen en de rest van het lichaam
Tussen de wervels ontspringen de zenuwen.
Slide 7 - Tekstslide
Zenuwcellen
Zenuwweefsel bestaat uit zenuwcellen.
Zenuwcellen hebben een cellichaam (waar de kern zit) en uitlopers (lange 'armen' van de cel)
Slide 8 - Tekstslide
Zenuwcellen
De uitlopers van zenuwcellen kunnen we 1 meter lang zijn.
De cellichamen van zenuwcellen zitten allemaal dichtbij of in het centrale zenuwstelsel
Slide 9 - Tekstslide
Zenuwcellen
Gevoelszenuwcellen hebben uitlopers bij zintuigcellen. Ze geven een impuls door richting het centrale zenuwstelsel.
Slide 10 - Tekstslide
Zenuwcellen
Schakelcellen ontvangen impulsen van gevoels-zenuwcellen of van andere schakel-cellen. Ze geven impulsen door aan schakelcellen of bewegingszenuwcellen.
Alleen in centraal zenuwstelsel
Slide 11 - Tekstslide
Zenuwcellen
Bewegingszenuwcellenontvangen impulsen van schakel-cellen. Ze geven impulsen door aan spieren of klieren. Een klier is een orgaan wat stoffen produceert (zweet, talg, speeksel)
Slide 12 - Tekstslide
Zenuwen
Zenuwen zijn bundels met uitlopers van zenuwcellen. Deze uitlopers zijn geisoleerd met een beschermlaagje. Om de zenuw heen zit ook nog een stevige beschermlaag.
Slide 13 - Tekstslide
Bewuste reactie
1. Prikkel komt binnen via een zintuig.
2. Impuls gaat via een gevoelszenuwcel naar het ruggenmerg
3. Schakelcellen in het ruggenmerg geven de impuls door aan de hersenen.
4. Hersenen geven een impuls via schakelcellen aan een bewegingszenuwcel
5. De bewegingszenuwcel geeft de impuls door aan een spier en een klier
6. De arm beweegt en de speekselklieren gaan werken
Slide 14 - Tekstslide
Reflex
1. Prikkel komt binnen via een zintuig.
2. Impuls gaat via een gevoelszenuwcel naar het ruggenmerg
3. Schakelcellen in het ruggenmerg geven de impuls door aan een bewegingszenuwcel (en ook aan de hersenen)
4. De bewegingszenuwcel geeft de impuls door aan een spier en een klier
5. De arm beweegt en daarna zijn je hersenen zich pas bewust van wat er gebeurde
Slide 15 - Tekstslide
Reflexboog
Reflexboog: de weg die impulsen bij een reflex afleggen.
Is de kortste route mogelijk!
Een reflex is daarom sneller dan een bewuste reactie.