In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
We hebben het net bij het theoriedeel gehad over 'Een mening onderbouwen'. Je hebt opdracht 3 op blz.356 in je boek gemaakt. Neem nu je antwoorden over bij de volgende vragen.
Slide 2 - Open vraag
Stelling 1: 'Schooluniformen moeten verplicht worden op roc's in Nederland.'
A
Ik ben het eens met de stelling.
B
Ik ben het oneens met de stelling
C
n.v.t.
D
n.v.t.
Slide 3 - Quizvraag
Bij de vorige vraag was je het eens of oneens. Vul nu hieronder een argu ment in waarom je het eens of oneens bent:
Slide 4 - Open vraag
Stelling 2: 'Voetbalclubs moeten de politie-inzet bij voetbalwedstrijden betalen.'
A
Ik ben het eens met de stelling.
B
Ik ben het oneens met de stelling.
C
n.v.t.
D
n.v.t.
Slide 5 - Quizvraag
Vul nu hieronder een argument in waarom je het eens of oneens bent:
Slide 6 - Open vraag
Stelling 3: 'De verkoop van vuurwerk moet verboden worden.'
A
Ik ben het eens met de stelling.
B
Ik ben het oneens met de stelling.
C
n.v.t.
D
n.v.t.
Slide 7 - Quizvraag
Vul nu hieronder een argument in waarom je het eens of oneens bent:
Slide 8 - Open vraag
Stelling 4: 'Plezier in je werk is belangrijker dan een hoog salaris.'
A
In ben het eens met de stelling.
B
Ik ben het oneens met de stelling.
C
n.v.t.
D
n.v.t.
Slide 9 - Quizvraag
Vul nu hieronder een argument in waarom je het eens of oneens bent:
Slide 10 - Open vraag
Stelling 5: 'Na je opleiding aan het werk gaan is beter dan doorleren.'
A
Ik ben het eens met de stelling.
B
Ik ben het oneens met de stelling.
Slide 11 - Quizvraag
Vul nu hieronder een argument in waarom je het eens of oneens bent:
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Ga naar je licentie in Studiemeter.nl
Kies bij methodes: Starttaal Leerwerkboeken
Ga naar: Thema 3 Toekomst
Selecteer: Kijk- en luisterfragmenten
Bekijk: fragment Werkloosheid
Slide 14 - Tekstslide
Elsa en Geerte voeren een gesprek over het onderwerp werkloosheid. Welke mening hebben Elsa en Geerte in dit gesprek? Schrijf hun mening op.
Slide 15 - Tekstslide
opdracht 4a; Welke mening heeft Elsa of welke mening heeft Geerte? Kies A voor je antwoord bij Elsa of B voor je antwoord bij Geerte:
A
B
C
n.v.t.
D
n.v.t.
Slide 16 - Quizvraag
opdracht 4b; Onderbouwen Elsa en Geerte hun mening met argumenten? Kies A voor je antwoord bij Elsa of B voor je antwoord bij Geerte:
A
B
C
n.v.t.
D
n.v.t.
Slide 17 - Quizvraag
4c; Bedenk wie van de 2 gesprekspartners je een verbetertip over de gespreksregels zou geven?