ma 14 oktober

maandag 14 oktober
Vandaag;
- kijken we het huiswerk na!
- gaan we aan de slag met paragraaf 7 Voorzetsel.
Lesdoel; je leert voorzetsels herkennen!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

maandag 14 oktober
Vandaag;
- kijken we het huiswerk na!
- gaan we aan de slag met paragraaf 7 Voorzetsel.
Lesdoel; je leert voorzetsels herkennen!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor 14 oktober
Cursus 5; Paragraaf 6; opdracht 1, 2, 3 en 5.

Je maakt alle onderdelen.



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin (waaronder de pv).

Zegt iets over wat het onderwerp 'doet' of wat het onderwerp 'overkomt'.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1; noteer hoeveel ww in de zin staan
1 3  zullen moeten trainen
2 1 kijkt
3 4 zou gemaakt kunnen hebben
4 2 heeft veroverd

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2 
1. Omcirkel pv
2. onderstreep alle ww
a Mijn vriendin Ravi reageerde onmiddellijk op mijn appberichtje.
b De koning werd hartelijk ontvangen door de burgemeester.
c Om negen uur is Anna op de fiets naar huis gegaan.
d Judovereniging De Zwarte Band doet mee aan een toernooi in Enschede.
e Op zaterdag zullen demonstranten naar Den Haag reizen.
f In de app zocht Nahim de openingstijden van het zwembad op.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3 
1. omcirkel de pv van de zinnen a tot en met f
2. onderstreep het wg
a Diana zou graag een nieuwe draadloze speaker willen hebben.
b Ze heeft op internet al verschillende modellen bekeken.
c Waarschijnlijk zal al haar spaargeld opgaan aan deze aankoop.
d Ze zou ook eens op Marktplaats moeten kijken!
e Tweedehandsspullen kunnen immers vaak nog jaren meegaan.
f Misschien kan haar oude speaker ook worden verkocht via die site.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5
1. pv = heeft
ow = Een 10-jarige jongen uit Ulster in Noord-Ierland
wg = heeft gevonden
2
pv = had
ow = Fionntan Hughes
wg = had gekregen
3
pv = probeerde
ow = hij
wg = probeerde uit
4 pv = had
ow = de detector
wg = had gepiept

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6
pv = zag
ow = Fionntan
wg = zag
7
pv = heeft
ow = hij
wg = heeft schoongemaakt
8
pv = ontdekte
ow = hij
wg = ontdekte
9
pv = sprak
ow = zijn vader
wg = sprak

10
pv = zocht
ow = hij
wg = zocht
11
pv = gaat
ow = dat
wg = gaat onderzoeken
12
pv = zou
ow = het
wg = zou kunnen gaan
13
pv = werden
ow = Zulke zwaarden
wg = werden gebruikt

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan het werkwoordelijk gezegde van een zin vinden!
ja, dat lukt!
nee, ik maak nog teveel fouten.

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetsels 
Welke ken je?

Slide 10 - Woordweb

Deel met de leerlingen
De geflipte les, voorbereiding op de volgende les over voorzetsels.
Voorzetsels

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetsels VZ
Geven vaak een plaats, tijd, reden/oorzaak aan.
Je gebruikt ze in combinatie met een zelfstandig naamwoord.
Je kunt een voorzetsel voor een lidwoord + zelfstandig naamwoord zetten.
Soms staat het voorzetsel achter een zelfstandig naamwoord.
Bij sommige werkwoorden hoort een voorzetsel dat je niet kunt vervangen, een vast voorzetsel.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe ik een voorzetsel kan herkennen en ik kan bezig met de huiswerkopdrachten!
ja, ik kan de VZ herkennen!
nee, help; eerst meer uitleg!

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor 21 oktober
Cursus 5, par. 7 (pag. 212); opdracht 1, 2, 3, 4 en 5/1.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies