*Begrijpend lezen H5, vwo 1

Welkom!
Pak je laptop en doe mee met LessonUp.

Vandaag: start Lezen H5 
Toets toetsweek: Lezen H5 + H6
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je laptop en doe mee met LessonUp.

Vandaag: start Lezen H5 
Toets toetsweek: Lezen H5 + H6

Slide 1 - Tekstslide

Begrijpend lezen H5
Het doel van een tekst

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze lessenserie kun je de verschillende tekstdoelen van een tekst herkennen. 

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling H1-4

- onderwerp van een tekst
- deelonderwerpen
- inleiding
- middenstuk
- slot
- tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een onderwerp van een tekst?

Slide 5 - Open vraag

Wat doe je om het onderwerp van een tekst vast te stellen?

Slide 6 - Open vraag

Wat is het doel van de schrijver bij de inleiding van tekst?

Slide 7 - Open vraag

Op welke manieren kan de schrijver een tekst beginnen?

Slide 8 - Open vraag

Op welke manieren kan een schrijver de tekst afronden?

Slide 9 - Open vraag

Welke tekstverbanden ken je nog? Het zijn er vier.

Slide 10 - Open vraag

Leg uit wat een chronologisch verband is en noem twee bijbehorende signaalwoorden.

Slide 11 - Open vraag

Leg uit wat een opsommend verband is en noem twee bijbehorende signaalwoorden.

Slide 12 - Open vraag

Leg uit wat een tegenstellend verband is en noem twee bijbehorende signaalwoorden.

Slide 13 - Open vraag

Leg uit wat een toelichtend verband verband is en noem twee bijbehorende signaalwoorden.

Slide 14 - Open vraag

Welke doelen kan een schrijver met een tekst hebben?

Slide 15 - Open vraag

Even oefenen

Slide 16 - Tekstslide

Welk tekstdoel hoort bij het doel van de schrijver?

De schrijver wil dat je iets te weten komt.
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 17 - Quizvraag

Welk tekstdoel hoort bij het doel van de schrijver?

De schrijver wil dat je wel of niet iets gaat doen.
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 18 - Quizvraag

Welk tekstdoel hoort bij het doel van de schrijver?

De schrijver wil dat je je vermaakt.
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 19 - Quizvraag

Welk tekstdoel hoort bij het doel van de schrijver?

De schrijver wil dat je zijn/haar mening overneemt.
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 20 - Quizvraag

Voorbeelden van tekstsoorten
Amuseren: roman, rap, strip, cartoon, column, mop, kort verhaal
Informeren: gebruiksaanwijzing, instructie, verslag, studieboek, nieuwsbericht, artikel, folder
overtuigen: betoog, ingezonden brief, recensie, column
activeren: reclamefolder, advertentie, uitnodiging, affiche, flyer

Slide 21 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel?

betalingsverzoek
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel?

bijsluiter bij medicijnen
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel?

filmagenda
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel?

inhoudsopgave
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel?

inschrijfformulier
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel?

krantenartikel
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel?

songtekst
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 29 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel?

spiekbriefje
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel?

sprookje
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 31 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel?

stemoproep
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel?

Tien goede redenen om lid te worden van de bibliotheek
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel?

vakantiebrochure


A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 34 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel?

volksverhaal


A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 35 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel?

voordeelaanbieding


A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 36 - Quizvraag

Aan de slag
Blz. 132 t/m 134:
Maak opdracht 2 en 3 (huiswerk voor volgende week!)

Slide 37 - Tekstslide