Th1b - 14 mei

Goedemorgen th1b!
14 mei
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen th1b!
14 mei

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  • Regels
  • Opdracht 6 bespreken
  •  Uitleg
  • Huiswerk maken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels
1. Telefoon gaat op stil en in de telefoontas.
2. Je hebt je jas niet mee in de klas.
3. Je hebt altijd je werkboek, schrift, laptop en etui mee.
Niet mee? = Noteer ik in Magister.
4. Als ik aan het woord ben, zijn jullie stil.
5. Heb je een vraag of wil je wat zeggen? Steek dan je vinger op.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag leren jullie wat een bezittelijk voornaamwoord is en hoe dat eruit ziet.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6 bespreken
Noteer de persoonlijke voornaamwoorden in de volgende zinnen:

a. Hij kan niet tegen een geintje.
b. Dat zeggen zijn klasgenoten al snel over hem.
c. De meester heeft hen erop aangesproken.
d. ‘Jullie vinden het misschien een grapje.’
e. Maar ik had jullie wijzer geacht.
f. We gaan nu weer gewoon aan de slag.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is het persoonlijk??

= het verwijst naar personen/dingen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a. Hij kan niet tegen een geintje.

Persoonlijke voornaamwoorden:



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a. Hij kan niet tegen een geintje.

Persoonlijke voornaamwoorden: hij



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

b. Dat zeggen zijn klasgenoten al snel over hem.

Persoonlijke voornaamwoorden:



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

b. Dat zeggen zijn klasgenoten al snel over hem.

Persoonlijke voornaamwoorden: Hem



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

c. De meester heeft hen erop aangesproken.

Persoonlijke voornaamwoorden:



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

c. De meester heeft hen erop aangesproken.

Persoonlijke voornaamwoorden: hen



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

d. ‘Jullie vinden het misschien een grapje.’

Persoonlijke voornaamwoorden:



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

d. ‘Jullie vinden het misschien een grapje.’

Persoonlijke voornaamwoorden: Jullie + het


 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

e. Maar ik had jullie wijzer geacht.

Persoonlijke voornaamwoorden:



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

e. Maar ik had jullie wijzer geacht.

Persoonlijke voornaamwoorden: ik + jullie



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

f. We gaan nu weer gewoon aan de slag.

Persoonlijke voornaamwoorden:



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

f. We gaan nu weer gewoon aan de slag.

Persoonlijke voornaamwoorden: we



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezittelijk voornaamwoord
Wat is dat eigenlijk?

Weet je voorbeelden?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezittelijk voornaamwoord
= geeft aan van wie iets is.

Het staat altijd voor een zelfstandig naamwoord:
Mijn moeder heeft jouw boertje geholpen met zijn huiswerk.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezittelijk voornaamwoord
Tussen bzv en zn kunnen ook andere woorden staan, zoals een bijvoeglijk naamwoord of een telwoord:

Mijn aardige moeder heeft jouw vervelende broertje aangekleed voor zijn eerste feestje.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bzv en pzv
bzv: geeft aan van wie iets is. 

pzv: verwijst meestal naar één of meer personen of dingen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk maken

Paragraaf 5.7.
Opdr. 10, 12 en 14. 

Maak het in je boek!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Bedenk allemaal een zin met daarin een bezittelijk voornaamwoord.


Hoe hebben jullie het leerdoel behaald?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies