Een tw geeft een aantal of een hoeveelheid aan. Het kan ook een volgorde in een reeks aangeven.
Er zijn vier soorten telwoorden:
1. Precies/bepaald: bep. hooftelwoord en bep. rangtewoord.
2. Niet precies/ onbepaald: onbep. hoofdtelwoord en onbep. rangtelwoord.
Onbepaalde rangtelwoorden kun je vervangen door een hoofdtelwoord.
VB: Sommige gasten --> acht gasten. m
NB: Bestudeer de tabel in je boek op blz. 155.