Past simple 1hc

• Engels
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1-4

Past Simple

Aan het einde van de les kun je:

• de Past Simple herkennen
• de Past Simple gebruiken
• de Past Simple toepassen

Wat geef je aan met de past simple?

1. Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Iets dat NU aan de gang is.
3. Iets dat is gebeurd in het verleden.
4. Iets dat begon in het verleden en nu nog steeds bezig is.

Welke signaalwoorden horen bij de past simple?

1. Tomorrow, next week, in 2025.
2. Last month, yesterday, a month ago, in 2012.
3. Today, now, as we speak.
4. Again, always, constantly.

Past Simple

Gebruik je: als iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen.

Signaalwoorden: 

Vaak een duidelijke tijdsbepaling in het verleden:

yesterday / 5 years ago / last week / in 1999

Past Simple: bevestigende zinnen

	I / you / he / she/ it / we / they
+	hele ww + ed
	I talk ed to Isaac last week . They talk ed to Isaac last week . Je gebruikt voor alle personen dezelfde vorm!

Welke zin staat in de past simple?

1. She liveed in the city.
2. She lived in the city.
3. She is living in the city.
4. She lives in the city.

I ... (like) chocolate when I was young. (bevestigende zin)

Past Simple: ontkennende zinnen

	I / you / he / she/ it / we / they
+	didn't + hele ww
	I didn't talk to Isaac last week . They didn't talk to Isaac last week . Let op! Omdat je al didn't gebruikt, krijgt het ww geen -ed op het eind.

Welke zin staat in de Past Simple?

1. John didn't plan his vacation last night.
2. John didn't planned his vacation last night.
3. John doesn't plan his vacation last night.
4. John hasn't planned his vacation last night.

My dad ... (not - to cook) dinner yesterday. (ontkennende zin)

Past Simple: vraagzinnen

	Did
+	I / you / he / she/ it / we / they + hele ww
	Did I talk to Isaac last week? Did they talk to Isaac last week? Let op! Omdat je al did gebruikt, krijgt het ww geen -ed op het eind.

Welke zin staat in de Past Simple?

1. Did she studied a lot, last night?
2. Did she study a lot, last night?
3. Does she study a lot, last night?
4. Studied she a lot, last night?

... ... ... (you - like) school when you were young? (vraagzin)

Voor mij zijn de standaardregels van de past simple nu...

Helemaal duidelijk!

Nog niet helemaal duidelijk.

Helemaal niet duidelijk.