H5 Thema 4 Transport Basisstof 2 deel 2

Thema 4 Transport


Basisstof 1 Transportsystemen
Basisstof 2 Het hart
Basisstof 3 Het bloedvatenstelsel
Basisstof 4 Het bloed
Basisstof 5 Weefselvloeistof & Lymfe

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 Transport


Basisstof 1 Transportsystemen
Basisstof 2 Het hart
Basisstof 3 Het bloedvatenstelsel
Basisstof 4 Het bloed
Basisstof 5 Weefselvloeistof & Lymfe

Slide 1 - Tekstslide

Belangrijke woorden
De bouw van het hart: Krans(slag)-aders, harttussenwand, onderste & bovenste holle ader, rechter en linkerboezem, rechter-/linkerkamer, long(slag)aders, aorta, hartkleppen, halvemaanvormige kleppen.
Termen: Systole, diastole, hartpauze, hartslagfrequentie (hartritme), slagvolume.

Slide 2 - Tekstslide

De werking van het hart
BINAS 84D1

Slide 3 - Tekstslide

1. Samentrekken boezems      2. Samentrekken kamers                 3. Hartpauze

(Systole)                                        (Systole)                                                (Diastole)

Slide 4 - Tekstslide

De hartspier van een volwassene trekt zich gemiddeld 70 keer per minuut samen. De kleppen die dichtslaan zorgen voor het geluid van onze hartslag, je ziet in het plaatje hierboven de drie fasen van de werking van het hart.

Slide 5 - Tekstslide

Hartslagfrequentie
BINAS 
84D2

Slide 6 - Tekstslide

De samentrekking van hartspierweefsel wordt veroorzaakt door impulsen. Deze impulsen ontstaan in de sinusknoop: samentrekking boezems, dan in wand van kamers: samentrekking. Als laatste de herstelfase en alles begint opnieuw.

Slide 7 - Tekstslide

De impulsgeleiding in het hart kan worden gemeten en weergegeven in een ECG (elektrocardiogram). De snelheid waarmee de sinusknoop impulsen afgeeft:  hartslagfrequentie/hartritme

Slide 8 - Tekstslide

Boven: 
elektrocardiogram


Onder:
impulsgeleiding door het hart

Slide 9 - Tekstslide

De hartpauze wordt aangegeven met
de letter(s)
A
P
B
QRS
C
T

Slide 10 - Quizvraag

Het samentrekken van
de boezems wordt aangegeven met
de letter(s)
A
P
B
QRS
C
T

Slide 11 - Quizvraag

Het samentrekken van
de kamers wordt aangegeven met
de letter(s)
A
P
B
QRS
C
T

Slide 12 - Quizvraag

Bekijk afbeelding 21 op blz. 23 van je boek en de afbeelding hierboven. Zintuigcellen in de wand van aorta en halsslagaders nemen de bloeddruk waar en geven dit door aan de hersenstam. Je ziet dat de hersenstam zorgt voor een stijging of daling van het hartritme. Activiteit, emoties en zintuiglijke waarnemingen beïnvloeden de hersenstam.

Slide 13 - Tekstslide

Activiteit, emoties en zintuiglijke waarnemingen beïnvloeden de hersenstam. Adrenaline (het 'stresshormoon') zorgt bijvoorbeeld voor verhoging van het hartritme, ook als je iemand ziet waar je op verliefd bent (of bang voor bent) of het zien van iemand die boos op je af komt rennen (en je wil gaan slaan).

Slide 14 - Tekstslide

Ten slotte is de hartslagfrequentie(hartritme) afhankelijk van de lichaamsgrootte.
Ook kan je slagvolume verschillen per persoon. Slagvolume = de hoeveelheid bloed die per  door de linkerkamer in de aorta wordt gepompt.

Slide 15 - Tekstslide

Als iemand ergens heel erg van schrikt...
A
wordt het slagvolume vergroot
B
wordt de hartslagfrequentie verhoogd
C
wordt de hartpauze overgeslagen
D
wordt het hartritme vertraagd

Slide 16 - Quizvraag

Samenvatting
Werking van het hart: Systole boezems, systole kamers, hartpauze. Hartritme/slagvolume.

Slide 17 - Tekstslide

Lezen / Maken:
Lezen: Basisstof 2 blz 19 t/m 23
Maak: Opdracht 15 t/m 25 

Bekijk BINAS 84 C1, D1, D2 en D3

Bekijk ook de samenvatting van basisstof 2 (leerdoel 3 en 4) op bladzijde 51 en 52 van je tekstboek.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video