uitleg koken

koken
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

koken

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Tijdens de les weet je de keukenregels, en je past deze regels toe.
  2. Aan het einde van de les kun je afwassen volgens de regels. 

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Helft van de klas gaat aan de slag met de planner 
  • Helft van de klas maakt een broodje gezond. 
  • Je werkt volgens een recept en houdt je aan de veiligheidsregels en hygiëne eisen. 

Slide 3 - Tekstslide

Regels in de keuken.
- haren vast in de staart
- handen wassen en draag een short 
- zorg voor een schone werkplek, doe het afval meteen in de afvalbak.
- wees voorzichtig als je werkt met vuur. (zorg voor dichte schoenen, lange broek)
- luister naar wat de docent vertelt.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

broodje gezond 
  • Doel? leren omgaan met vuur, leren hoe je moet afwassen, toepassen van de keukenregels en leren samenwerken in de keuken.
  • Wat doe je voordat je gaat koken?
  • Als het broodje klaar is, eet je het aan tafel op. (tafeldekken).
  • Hierna met je groepje afwassen, afdrogen en schoonmaken.

Slide 6 - Tekstslide

Afwassen
  • Gebruikte spullen eerst voorspoelen
  • Teiltje met sop, afdruiprek, afwasborstel/spons, theedoek -> klaarleggen/klaarzetten
  • Van schoon naar vuil en van glaswerk naar pannen afwassen. 
  • Het sop spoel je van de spullen af.
  • De spullen die afgewassen zijn, zet je in het afdruiprek.
  • Iemand anders kan ondertussen de spullen afdrogen. 
  • Degene die afdroogt zet de droge spullen weer op de juiste plek terug.
  • Alles afgewassen? Teiltje afspoelen en afdrogen. Afdruiprek ook afdrogen

Slide 7 - Tekstslide

wat doe je met deze doek?
A
handen afdrogen
B
keukengereedschap afdrogen
C
aanrecht schoonmaken

Slide 8 - Quizvraag

wat doe je met deze doek?
A
handen afdrogen
B
keukengereedschap afdrogen
C
aanrecht schoonmaken

Slide 9 - Quizvraag

wat doe je met deze doek?
A
handen afdrogen
B
keukengereedschap afdrogen
C
aanrecht schoonmaken

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van hygiëne?
A
niet roken en weinig alcohol drinken
B
schoonmaken en handen wassen
C
sporten en gezond eten

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het nut van voorspoelen
A
Hygiënischer, wordt het afwaswater niet zo vies,
B
Dan kun je sneller werken
C
Dat is nergens voor nodig
D
Niet doen, dat kost teveel water

Slide 12 - Quizvraag