Thema 13 - daltonuur week 4_student copy

Dit uur...
Eerste 30 min: uitleg + oefening both/either/neither & object + infinitive (h/v)
--> mavo: both/either/neither lastig? Haak dan aan bij de uitleg!

Daarna: zelfstandig aan de slag met Stepping Stones / Shakespeare 


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dit uur...
Eerste 30 min: uitleg + oefening both/either/neither & object + infinitive (h/v)
--> mavo: both/either/neither lastig? Haak dan aan bij de uitleg!

Daarna: zelfstandig aan de slag met Stepping Stones / Shakespeare 


Slide 1 - Tekstslide

both / either / neither / all / each / every / none

= beide / een van beide / geen van beide / alle / iedere / alle / geen

= gebruik afhankelijk van ONDERWERP van de zin

Slide 2 - Tekstslide

2 personen / dingen
= both / either / neither

Sarah watched both girls come in. = beide
Either necklace could be yours. = een van de twee
Neither party was willing to give in. = geen van de twee

 

Slide 3 - Tekstslide

2 of meer personen / dingen

= each

The famous author signed each book personally. = ieder

 

Slide 4 - Tekstslide

Meer dan 2 personen / dingen

= all / every / none 

They questioned all of the employees. = alle
Mounted police came from every direction. = alle 
None of the restrictions apply to us. = geen

 

Slide 5 - Tekstslide

Note!!

Each = nadruk op 1 persoon / ding
Every = nadruk op groep / meerdere dingen

Slide 6 - Tekstslide

We went to ... matches, the home match and the away match.
A
all
B
each
C
either
D
both

Slide 7 - Quizvraag

... of the suspects was willing to confess.
A
either
B
neither
C
all
D
both

Slide 8 - Quizvraag

A crime like that is committed ... single day of the week.
A
every
B
all
C
each
D
both

Slide 9 - Quizvraag

... of the students had studied for the test and they all failed.
A
none
B
all
C
neither
D
each

Slide 10 - Quizvraag

... visitor was asked to bring a red flag.
A
all
B
every
C
each
D
either

Slide 11 - Quizvraag

Object + infinitive
= leidend voorwerp + hele werkwoord


Slide 12 - Tekstslide

Voorbeelden
 I asked him to listen carefully.
Gareth let me use his new smart phone.

--> wanneer zet je wel / niet 'to' voor het hele werkwoord / infinitive

Slide 13 - Tekstslide

object + to + infinitive
= na werkwoorden die een wens of bevel aangeven

Jeff asked her to close the door quietly.
My parents told me to spend the money wisely.
They didn’t order us to leave the coast.


Slide 14 - Tekstslide

werkwoorden met bevel / wens

ask                             tell
expect                      warn
mean                        would like
order                         would love

Slide 15 - Tekstslide

object + infinitive
= na let, make en werkwoorden die te maken hebben met je zintuigen (smell / hear)

Gareth let me use his new smart phone.
He made her play better than ever before.
I heard somebody say my name.

Slide 16 - Tekstslide

My parents advised me
... my money wisely.
A
spend
B
to spend

Slide 17 - Quizvraag

Will you let me
... your new smartphone?
A
use
B
to use

Slide 18 - Quizvraag

I heard him
... your secrets to his friends.
A
tell
B
to tell

Slide 19 - Quizvraag

I'd like my boss
... my wages.
A
pay
B
to pay

Slide 20 - Quizvraag

My mother ordered my friends
...
A
leave
B
to leave

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag...
Shakespeare
- Monoloog / soliloquy voorbereiden
- Eindproduct

Stepping Stones
- Theme 3 (m/h/v/) 
- Theme 4 (h/v)

Slide 22 - Tekstslide