CAN
1.Om aan te geven of iets mogelijk is.
You can read a book in a week.
2.Om te zeggen wat mensen/ dieren/dingen kunnen.
Fish can breathe under water.
3.Om om toestemming te vragen.
Can I ask you a question?
COULD
1. Om te zeggen wat mensen/ dieren/ dingen konden in het verleden.
I couldn't stay out when I was young.
2. Om te praten over toestemming in het verleden.
Could you watch scary movies as a child?
3. Om over mogelijkheden in de toekomst te praten of iets netjes te vragen
We could go to the movie on Sunday.